nedelands

• Alles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2-6

nederlands

geest toets klas 2

(fictie) 2 antwoorden

1. fictie is niet realistisch
2. fictie is realistisch
3. non fictie is realistisch
4. non fictie is niet realistisch

(realistisch) 2 antwoorden

1. realistisch is echt gebeurt
2. non- realistisch is niet echt gebeurd
3. realistisch is niet echt gebeurd
4. non- realistisch is echt gebeurd

(realismelijn)

hoe realisme werkt

hoe realisme in elkaar zit

hoe realistisch iets is

wat is een genres

een verhaal

niks

hoe het verhaal afloopt

waar het over gaat

het verhaalsoort

verschillende genres

wie is de hoofdpersoon

1. Jochem
2. ilsah
3. mike
4. john

wat is een hoofdpersoon

wat is een bijfiguur

1. over wie het verhaald draait
2. de tegenstander (van hoofdpersoon)
3. het huisdier
4. de helper (van hoofdpersoon)

Personages beschrijven en karakterontwikkeling

1. Uiterlijk
2. Kenmerken (geslacht, leeftijd, gezondheid, achtergrond)
3. Karaktereigenschappen
4. Relaties met andere personages

Twee manieren waarop je personages kunt leren kennen:

1. direct:
2. als je de informatie over een personage rechtstreeks uit de tekst kunt halen.
3. indirect:
4. als je de informatie zelf moet afleiden uit wat de personages doen, zeggen of denken.

Enkele karaktereigenschappen