Synoniemen, tegenstellingen en uitdrukkingen

Synoniemen, tegenstellingen en uitdrukkingen
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 7 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Synoniemen, tegenstellingen en uitdrukkingen

Slide 1 - Tekstslide

Overzicht van deze les
  1. Spel synoniemen
  2. Wat is een synoniem en wat is een tegenstelling
  3. Oefeningen synoniemen en tegenstellingen
  4. Wat zijn uitdrukkingen?
  5. Oefeningen uitdrukkingen + woordenschat
  6. Hoe verliep de les voor jou?

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les kan ik...
  1. synoniemen en tegenstellingen herkennen en gebruiken.
  2. woorden uit dit thema verklaren en ze gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Oefeningen synoniemen en tegenstellingen
  • We maken oefening 2 op p.88
  • We maken oefening 3 op p.89

Slide 4 - Tekstslide

Spreekwoord 
  • Een zin die nooit verandert.
  • Begint met een hoofdletter en eindigt op een punt.
  • Staat meestal in de t.t.
  • Bevat een wijsheid die je op een situatie kan toepassen.
  • Bv. De aanhouder wint. Boontje komt om zijn loontje. Achter de wolken schijnt de zon. Liefde maakt blind.
Uitdrukking
  • Het onderwerp in de uitdrukking kan veranderen.
  • Kan zowel in de t.t. als in de v.t. staan.
  • Kan je aanpassen aan de situatie. 
  • Bv. ergens niets van bakken, met vuur spelen, een kort lontje hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Oefeningen uitdrukkingen
  • We maken oefening 4 op p.89
  • We maken oefening 5,6 en 7 op p.90

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verliep de les voor jou?

Slide 7 - Tekstslide