wk 47: les 1+2 (afronden Wonder/fictie)

Dinsdag 23 november - V1a
Tweede uur
  • Toets werkwoordspelling

Derde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Kan iedereen in TestCorrect?
  • Afronden Wonder
  • Aan de slag!











timer
10:00
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 23 november - V1a
Tweede uur
  • Toets werkwoordspelling

Derde uur
  • 10 minuten stillezen
  • Kan iedereen in TestCorrect?
  • Afronden Wonder
  • Aan de slag!











timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je...
...de toets werkwoordspelling gemaakt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...Wonder afronden.
...leren wat citeren is.




Slide 3 - Tekstslide

Fictie in Op Niveau Blok 1-5
  • Fictie / non-fictie blz. 15
  • Hoofdpersonen, bijfiguren blz. 66
  • Genres blz. 67
  • Beoordelingswoorden blz. 125-126
  • Realistisch / niet realistisch blz. 180-181
  • Personages beschrijven blz. 233
  • Vertelperspectief blz. 234
  • Citeren
  • Thema

Slide 4 - Tekstslide

Citeren
  • "Letterlijk overschrijven"
  • Bij een citaat is het belangrijk dat je heel precies overneemt wat er in de tekst staat geschreven.


Slide 5 - Tekstslide

"Ik weet ... aangegaapt worden." (blz. 7)
  1. Aanhalingstekens openen
  2. Eerste twee woorden
  3. Drie puntjes
  4. Laatste twee woorden
  5. Aanhalingstekens sluiten
  6. Bladzijdenummer tussen haakjes
Citeren doe je zo:

Slide 6 - Tekstslide

Thema
Thema  - Verhalen hebben een thema. Je vindt het thema door je af te vragen: waar gaat het verhaal over? Wat het thema van een verhaal is kun je soms met één woord zeggen, soms ook met een paar woorden of een zin. In veel verhalen kun je meerdere thema’s herkennen. Voorbeelden van thema’s zijn: vriendschap; eenzaamheid; verraad; je eigen weg kiezen gaat niet vanzelf; eerlijk zijn vraagt om moed.



Slide 7 - Tekstslide

Wonder
  • Principes van meneer Brown (laatste blz.)
  • Intertekstualiteit: Star Wars

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

Slide 10 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen realistisch en niet-realistisch.

Slide 11 - Open vraag

a. Kan non-fictie niet-realistisch zijn?
b. Waarom wel/niet?

Slide 12 - Open vraag

Noem 3 voorbeelden van een genre.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het thema van 'De brief voor de koning'?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het genre van 'De brief voor de koning'?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het thema van 'Oorlogswinter'?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het genre van 'Oorlogswinter'?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het thema van 'Spijt!'?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het genre van 'Spijt!'?

Slide 22 - Open vraag

Welke 4 vertelperspectieven ken je?

Slide 23 - Open vraag

Op welke manieren leer je een hoofdpersoon kennen in een verhaal?

Slide 24 - Open vraag

Geef 5 voorbeelden van een beoordelingswoord.

Slide 25 - Open vraag

Geef een korte samenvatting van Wonder. Gebruik 10-15 zinnen.

Slide 26 - Open vraag

Einde van deze les

Slide 27 - Tekstslide

Stel je voor ...
Je komt een bus binnen. Op elk bankje zit iemand, maar naast iedereen is ruimte om te gaan zitten. Naast wie ga jij zitten?

Kijk naar de foto's van onderstaande personen op de volgende slide en maak je keuze.


   Saadia          Brian            Judith          Feng            Lotte
   Jeroen        Rebecca    Sheraino         Shiva          Thom

Slide 28 - Tekstslide

   Saadia          Brian            Judith          Feng            Lotte
   Jeroen        Rebecca    Sheraino         Shiva          Thom

Slide 29 - Tekstslide

1. Ik ga zitten naast ...
2. Waarom kies je voor hem/haar?
3. Hoe denk je dat hij/zij is?

Slide 30 - Open vraag

Feit en mening

Beoordeel je iemand op basis van je eerste indruk? 
Deel je iemand in in een groep, zonder hem of haar te kennen?

Feit: Iets wat je kunt controleren. Zij heeft dreadlocks. 
Mening: Iets wat je vindt. Ik vind dreadlocks vies.


Slide 31 - Tekstslide

Stereotypen en vooroordelen
Stereotypen
Generalisaties over groepen mensen. Iedereen heeft bepaalde ideeën in zijn hoofd over Duitsers, moslims, homo’s, gehandicapten, bejaarden, etc.
Vooroordeel
Een vaak negatief oordeel dat je vooraf over iemand of iets hebt.
Vooroordelen zijn emotioneel geladen.

Ontstaan van stereotypen en vooroordelen
Stereotypen en vooroordelen kunnen ontstaan door eigen ervaringen, door verhalen uit je omgeving of door stereotiepe beelden en verhalen uit de media. 

Slide 32 - Tekstslide

Iemand leren kennen en identiteit
Iemand leren kennen
Je gaat anders over iemand denken als je hem beter leert kennen. 

Eerste indruk op basis van kenmerken
Je hebt een eerste indruk van iemand en rekent hem op basis van één kenmerk tot een bepaalde groep. Maar iedereen is een individu en behoort tot verschillende groepen. 

Indentiteit
Iemands identiteit bestaat altijd uit verschillende kenmerken. Deze kunnen door de jaren heen veranderen.

Slide 33 - Tekstslide

Nu met een lach...




Op de volgende slide zie je dezelfde personen nog een keer, maar nu met een lach op hun gezicht. Wie zou je nu kiezen?

Slide 34 - Tekstslide

   Saadia          Brian            Judith           Feng             Lotte
   Jeroen        Rebecca      Sheraino         Shiva           Thom

Slide 35 - Tekstslide


Het effect van een lach ...
4. Wie zou je nu kiezen om naast te gaan zitten?
5. Is je beeld over hem/haar veranderd?

Slide 36 - Open vraag

6. Wie zou zich omschrijven als:
'een stoere techneut' en zeggen: 'als ik rijk word, dan koop ik een Farari' ?

A = Lotte, B = Brian, C = Saadia, D = Thom
A
B
C
D

Slide 37 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Lotte kennen

Slide 38 - Tekstslide

7. Wie zou zich omschrijven als:
'een gezellige dierenvriend' en zeggen: 'ik ben echt helemaal mezelf op de dierenambulance'?

A = Saadia, B= Jeroen, C = Rebecca, D = Shiva
A
B
C
D

Slide 39 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Shiva kennen

Slide 40 - Tekstslide

8. Wie zou zich omschrijven als:
'een sportieve gangmaker' en zeggen: 'ik houd er niet van om tegen mensen te liegen'?

A = Sheraino, B = Rebecca, C = Jeroen, D = Thom
A
B
C
D

Slide 41 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Jeroen kennen

Slide 42 - Tekstslide

9. Wie zou zich omschrijven als:
'een voetballende grappenmaker' en zeggen: 'als er iets in de klas gebeurt, word ik er altijd uitgestuurd (ook als ik niets heb gedaan)'?
A = Sheraino, B = Shiva, C = Feng, D = Judith
A
B
C
D

Slide 43 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Sheraino kennen

Slide 44 - Tekstslide

10. Wie zou zich omschrijven als:
'een rustige levensgenieter' en zeggen: 'ik ben niet verlegen, ik kijk gewoon graag de kat uit de boom'?

A = Rebecca, B = Thom, C = Jeroen, D = Brian
A
B
C
D

Slide 45 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Rebecca kennen

Slide 46 - Tekstslide

11. Wie zou zich omschrijven als:
'vrijdenkende gelovige' en zeggen: 'hoewel ik regelmatig als Surinaams word ingeschat, ben ik 100% Marokkaans'?

A = Sheraino, B = Saadia, C = Judith, D = Feng
A
B
C
D

Slide 47 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Saadia kennen

Slide 48 - Tekstslide

12. Wie zou zich omschrijven als:
'een ambitieuze filmliefhebber' en zeggen: 'ik voel me het meest op mijn gemak op de filmset'?

A = Shiva, B = Saadia, C = Feng, D = Sheraino
A
B
C
D

Slide 49 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Feng kennen

Slide 50 - Tekstslide

13. Wie zou zich omschrijven als:
'een kritische gospelzanger' en zeggen: 'ik hecht veel waarde aan mijn geloof, dagelijks bidden is voor mij vanzelfsprekend'?

A = Jeroen, B = Saadia, C = Feng, D= Thom
A
B
C
D

Slide 51 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Jeroen kennen

Slide 52 - Tekstslide

14. Wie zou zich omschrijven als:
'een creatieve doorzetter' en zeggen: 'soms denken mensen dat ik arrogant ben, maar ik kijk gewoon wat streng'?

A = Shiva, B = Judith, C = Feng, D = Sheraino
A
B
C
D

Slide 53 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Judith kennen

Slide 54 - Tekstslide

15. Wie zou zich omschrijven als:
'een loyaal familiemens' en zeggen: 'voor wijze raad, praat ik altijd met mijn oma'?

A = Jeroen, B = Thom, C = Brian, D = Lotte
A
B
C
D

Slide 55 - Quizvraag

Had je dat verwacht?
Leer Brian kennen

Slide 56 - Tekstslide