Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
31/05/2023 Spelling H5 les 2
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 4, 5 en 6 op bladzijde 137)
Slide 2 - Tekstslide
Spelling H5 les 2
Tegenwoordig deelwoord, bijvoeglijk naamwoorden & trappen van vergelijking
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Wat weet je nog?
- Uitleg theorie
- Oefenen
- Werken aan de opdrachten
Aan het einde van de les weet je wat een tegenwoordig deelwoord is.
Aan het einde van de les weet je hoe je bijvoeglijk naamwoorden spelt.
Aan het einde van de les weet je hoe je trappen van vergelijking maakt.
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
opdracht 4, 5 en 6 op bladzijde 137
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 6 - Tekstslide
Ze zit ... op de bank, kijkend naar een droevige film.
huilen
Slide 7 - Open vraag
De kok staat druk ... in de pannen te koken.
roeren
Slide 8 - Open vraag
De .... brief lag op het bureau.
openen
Slide 9 - Open vraag
Het ... landschap hing aan de muur.
schilderen
Slide 10 - Open vraag
De ... pizza rook niet meer lekker.
verbanden
Slide 11 - Open vraag
Uitleg theorie
Tegenwoordig deelwoord (td) & bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 12 - Tekstslide
Tegenwoordig deelwoord
Een
tegenwoordig deelwoord (td)
of
onvoltooid deelwoord
geeft aan dat een handeling nog bezig is.
Je vormt een tegenwoordig deelwoord door een
-d
achter het
infinitief
te zetten:
De postbode brengt
fluitend
de post rond.
De spelers vertalen
mopperend
het veld.
De kat liep
miauwend
de kamer binnen.
Slide 13 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het voegt een kenmerk toe.
de maaltijd - de
gezonde
maaltijd
het mes - het
scherpe
mes
Je plaatst vaak een -e achter het bijvoeglijk naamwoord, maar niet altijd
niet wanneer een
het-woord
wordt voorafgegaan door
een
een gezonde maaltijd - een scherp mes
Slide 14 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden schrijf je met
-en
:
de wollen sjaal, het rieten dak
Werkwoordsvormen als bijvoeglijk naamwoorden:
het tegenwoordige deelwoord + -e -> lachende leerlingen, pratende docenten
Slide 15 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
De infinitief met te als bijvoeglijk naamwoord:
De te spelen wedstrijd, het te vieren feest
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
de gezochte man, de uitgereikte medaille, het bezette pand, de gewonnen wedstrijd
Schrijft het voltooid deelwoord zo kort mogelijk
Slide 16 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Dit wordt gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken.
Er zijn drie trappen:
de stellende trap
de vergrotende trap
de overtreffende trap
Slide 17 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Stellende trap:
Geeft aan dat zaken gelijk of gelijkwaardig zijn.
Zij is net zo snel als ik
Je gebruikt het woord '
als
'
Vergrotende trap:
Geeft aan dat zaken niet gelijk of gelijkwaardig zijn.
Zij is sneller dan ik
Je gebruik het woord '
dan
'
Slide 18 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Overtreffende trap:
Geeft aan dat de ene zaak alle andere overtreft.
Hij is de snelste van de klas
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
hard
+er harder
+st(e) hardst(e)
gezond
+er gezonder
+st(e) gezondst(e)
goed
beter
best
Slide 19 - Tekstslide
Oefenen
Slide 20 - Tekstslide
Kim heeft een veel leukere zus ...
Senna.
als/dan
Slide 21 - Open vraag
Judith is even grappig ... Laura.
als/dan
Slide 22 - Open vraag
zuur - ... - zuurst
Slide 23 - Open vraag
grof - ... - grofst
Slide 24 - Open vraag
Werken aan de opdracht
Wat?
Maak opdracht 8 en 10 op bladzijde 139
Hoe?
Eerste 3 minuten zelfstandig, daarna mag je overleggen
Tijd?
Je hebt tot het einde van de les, het is huiswerk voor 07/06/23
Vragen?
Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar?
Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk.
timer
6:00
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk
Voor volgende week woensdag 07/06/23 moet opdracht 8 en 10 op bladzijde 139 af zijn.
Schrijf dit op in je plenda!
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
07/06/2023 Spelling H5 les 3
Juni 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
BE1 5.9 Spelling: td, als/dan, trappen van vergelijking
Mei 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
§5.8 - Spelling mh1b
April 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
§5.9 - Spelling hv1
Mei 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord en trappen van vergelijking - les 54 + 55
Maart 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord en trappen van vergelijking - les 54 + 55
November 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
24/05/2023 Spelling H5 les 1
Mei 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
5.5 tegenwoordig deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, trappen van vergelijking
Mei 2019
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1