Lesweek 1: les 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • gaan we de toets bespreken en de opdracht die jullie hebben gemaakt,
  •  gaan we verder met hoofdstuk 4 , onderdeel plaats

Slide 2 - Tekstslide

Eerst gaan we de
toets bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijfskolom
  • De weg die een product aflegt van grondstof 
tot eindproduct is voor te stellen met de 
bedrijfskolom. -->

  • Tussen de schakels van een bedrijfskolom
bevindt zich een markt

Slide 4 - Tekstslide

Bewegingen in de bedrijfskolom
De lengte van een bedrijfskolom kan per product verschillen.

Maar het aantal schakels in een bedrijfskolom kan ook veranderen, er zijn 4 mogelijkheden:

  1. Integratie
  2. Differentiatie
  3. Specialisatie
  4. Parallellisatie

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt doordat er schakels worden toegevoegd?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het als een bedrijf zijn assortiment uitbreidt met andere productgroepen?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 7 - Quizvraag

Van welke beweging in de bedrijfskolom is sprake als fabrikanten direct gaan leveren aan consumenten?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 8 - Quizvraag

Handel in de bedrijfskolom
  • Collecterende handel: Een schakel in de bedrijfskolom die kleine hoeveelheden inkoopt van verschillende leveranciers en vervolgens verkoopt in grote hoeveelheden aan enkele afnemers
  • Distribuerende handel: Een schakel in de bedrijfskolom die in grote hoeveelheden inkoopt van enkele leveranciers en zonder bewerking doorverkoopt aan veel verschillende afnemers.

Slide 9 - Tekstslide

Collecterende handel
Bijvoorbeeld:
Een tarwefabriek collecteert (verzamelt) bij een groot aantal kleine boeren tarwe. 
De tarwefabriek verspreidt vervolgens de tarwe over een klein aantal afnemers. 

Slide 10 - Tekstslide

Distribuerende handel
Een distributeur verzamelt bij een klein aantal tarwefabrieken  grote hoeveelheden meel. 
De distributeur verspreidt vervolgens de meel in kleine hoeveelheden over een groot aantal afnemers. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is distribuerende handel?

Slide 12 - Open vraag

De collecterende handel heeft veel leveranciers en ..?.. afnemers!

A
Veel
B
Weinig

Slide 13 - Quizvraag

Wie zij de afnemers van de collecterende en distribuerende handel?
A
Consumenten
B
Bedrijven

Slide 14 - Quizvraag

Distributie
Distributie = verspreiding van artikelen tussen producent en consument.

Een artikel wort gemaakt door een producent. Een fruitteler (producent) verbouwt bijvoorbeeld appels (artikel). Uiteindelijk koopt de consument deze appels. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld: BOL.com
Distributie:
Producten van anderen
Locatie:
Webshop

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld: IKEA
Distributie:
Eigen winkels + producten
Locatie:
Beide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen directe en indirecte distributie?
A
Indirect heeft meer tussenschakels.
B
Direct heeft geen tussenschakels, maar indirect wel.
C
Indirect heeft geen tussenschakels, maar direct wel.
D
Bij direct is het aanbod kleiner dan bij indirect.

Slide 19 - Quizvraag

Directe distributie
Indirecte distributie
Albert Heijn
Wehkamp
Shell
Coolblue
Tubantia

Slide 20 - Sleepvraag

Wat zijn voordelen van directe distributie?
A
onafhankelijk advies
B
meer contact met klant
C
meer controle over product
D
lage vaste kosten

Slide 21 - Quizvraag

Welke winkel maakt gebruik van directe distributie (meerdere antwoorden goed)
A
bol.com
B
Jumbo
C
Ikea
D
Hema

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide