B2 - 3.3.

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tekst
Concurrentie
Wereldeconomie
Compagnieën
Monopolie
Strijden om winst of een recht
Een handelsorganisatie, zoals de VOC en de WIC 
Handel tussen werelddelen waardoor vraag en aanbod invloed op elkaar krijgen.
Alleenrecht op handel in bijvoorbeeld specerijen, zoals peper, nootmuskaat en kruidnagel. In de Republiek werd dat gegeven aan de VOC om wedijver te voorkomen.
Zeeuwse en Hollandse compagnieën strijden om de handel op de Oost.
De VOC handelt in verschillende landen in Azië, terwijl de WIC handelt in verschillende gebieden langs de Atlantische Oceaan. De Republiek krijgt daardoor een centrale rol in de internationale handel.

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat was de reden dat de Staten-Generaal besloot de VOC op te richten?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

De VOC kreeg het monopolie op de handel op de Oost. Zorgde dit voor concurrentie in de Republiek, of niet? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Wat vertelt het fragment over de rechten van de VOC in 'Oost-Indië'?

Slide 9 - Open vraag

Had de VOC een bijzondere positie in de Republiek? Gebruik in je antwoord het begrip monopolie.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Lees de tekst hieronder: Manhattan
In 1609 probeerde de Engelse zeevaarder Henry Hudson in dienst van de VOC een noordwestelijke zeeweg naar Indië te vinden. In Noord-Amerika voer hij de later naar hem genoemde rivier de Hudson op. De doorgang naar de Grote Oceaan vond hij niet, maar hij kon wel aan zijn opdrachtgevers melden dAat hij een land had gevonden waar volop vont van otters en bevers te krijgen was. In de jaren daarna maakten veel Nederlanders de oversteek om bont van de indianen te kopen. Ze dreven handel op een eiland dat de indianen Manhattan noemden. De Nederlanders noemden het gebied Nieuw-Nederland. In 1623 besloot de WIC van Nieuw-Nederland een echte kolonie te maken. Op de punt van Manhattan kwam de nederzetting Nieuw-Amsterdam.
De WIC wilde Manhattan kopen van de indianen. In 126 ontvingen de Staten-Generaal een brief met de heuglijke mededeling: ‘Ons volck heeft t’eyland Manhatten van de wilde gekocht voor de waerde van 60 guld.’
Er was geen geld betaald, want dat kenden de indianen niet. Er waren spullen gegeven ter waarde van 60 gulden. Waarschijnlijk wilden ze Manhattan ook helemaal niet verkopen. In hun ogen kon je grond niet bezitten. Grond was net als lucht en water van iedereen. Misschien wilden ze de Nederlanders de grond laten gebruiken in ruil voor spullen. In ieder geval waren ze Manhattan voorgoed kwijt.

Slide 12 - Tekstslide

Welk cultuurverschil zorgde voor het misverstand tussen de Nederlanders en de 'indianen'?

Slide 13 - Open vraag

Bewering: het begrip 'wereldeconomie' gaat eigenlijk alleen om de Europese economie.

Slide 14 - Open vraag