1.4 - Het boodschappenmandje van het CBS

Hoofdstuk 1
4TL
Paragraaf 4 - Het boodschappenmandje van het CBS
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
4TL
Paragraaf 4 - Het boodschappenmandje van het CBS

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Rekenen met indexcijfers
  • Het CPI (de inflatie) berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Even terug kijken!
Inflatie/ koopkracht:
  • Wat is het ook al weer?
  • Hoe ontstaat het?
  • Wat kun je er aan doen? (ECB?)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Prinsjesdag 2022?

Slide 5 - Woordweb

CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek
  • Berekent de inflatie (=CPI) in NL.
  • Ze gebruiken hiervoor indexcijfers.

Slide 6 - Tekstslide

Indexcijfers
Zijn cijfers die aangeven hoe (bijvoorbeeld) een prijs veranderd t.o.v. een basisjaar. Het basisjaar heeft altijd het indexcijfer 100

Rekenmanier 1
(N-O) : O x 100 = percentage (let op dat je +100 doet voor indexcijfer)

Rekenmanier 2
De prijs die je wilt weten (in €) : prijs van het basisjaar x 100

Rekenmanier 3
Verhoudingstabel 

Slide 7 - Tekstslide

Vragen? 
  1. Welk jaar is het basisjaar?
  2. In welk jaar is er sprake van prijscompensatie?
  3. In welk jaar was er sprake van deflatie?
  4. In welke jaren is het nominale loon gestegen?
  5. In welk jaar zijn de reële lonen gestegen?

Slide 8 - Tekstslide

Vragen? 
  1. De gemiddelde lonen bedroegen in 2007 €25.000. Hoeveel bedragen de gemiddelde lonen in 2010? 
  2. De gemiddelde lonen in 2006 bedroegen €23.000. Hoe hoog waren de lonen in 2008?

Slide 9 - Tekstslide

Vragen? 
3. De lonen in 2011 bedroegen €31.000. Bereken het indexcijfer voor 2011 als je er vanuit gaat dat de lonen €25000,- waren in het basisjaar 2007.

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenprijsindex (CPI)
Stappenplan:
  1. Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
  2. Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
  3. Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen.
  4. Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.

Slide 11 - Tekstslide

Bereken het CPI voor bovenstaand huishouden.
Tip: Gebruik het stappenplan in je boek !

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking
Stap 1 =  32 x 101, 9   = 3.260,8   
                  24 x 103,2    = 2.476,8
                  15 x 98,6      = 1.479,0
                  29 x 103       = 2.987,0 +

Stap 2 =                         = 10.203,6
Stap 3 = 32 + 24 + 15 +29 = 100
Stap 4 = 10.203,6 : 100 = 102,036 = CPI van 102
Betekent dus dat de prijzen met 2% zijn gestegen!



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Any questions?

Slide 15 - Open vraag