H6.4 (deel 1)

6.4 Nog meer produceren?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Nog meer produceren?

Slide 1 - Tekstslide

6.3 Winst of verlies? (deel 2)
Een ondernemer wil winst maken...
  • verschil tussen inkoopprijs en verkoopprijs is zijn brutowinst
  • brutowinst als percentage van de inkoopprijs is brutowinstmarge
brutowinst
inkoopprijs

x 100 = brutowinstmarge
Verkoopprijs kano € 180
Inkoopprijs kano € 95
Brutowinst 180 - 95 = € 85
Brutowinstmarge = (85 : 95) x 100 = 89,5%
Vraag 29
Vraag 30

Slide 2 - Tekstslide

  • btw
6.3 Winst of verlies? (deel 2)
  • verkoopprijs
Consumentenprijs
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
VB
Vraag 32

Rekenvraag 23
blz 186

Slide 3 - Tekstslide

6.3 Winst of verlies? (deel 2)
BTW
  • verkopen
  • Inkopen
  • Alles wat er meer inkomt, dan dat er uit is gegaan moet hij betalen aan de belastingdienst
  • Ontvangen btw - betaalde btw = af te dragen btw aan de belastingdienst
BTW
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80

btw betaald over inkoopprijs: 0,21 x 95 = € 19,95
Te betalen aan belastingdienst: 37,80 - 19,95 = € 17,85
VB
Vraag 34
Vraag 35

Slide 4 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Deze les:
  • Productiecapaciteit
  • Arbeidsproductiviteit

Slide 5 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Productiecapaciteit
  • Wordt beperkt door:
De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.
  1. kapitaalgoederen (machines) die worden gebruikt
  2. het aantal medewerkers
  3. de uren die de medewerkers werken
Extra productielijn Gazellefabriek om de vraag naar electrische fietsen aan te kunnen

Slide 6 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Productiecapaciteit


  • onderbezetting 
  • -> er wordt minder geproduceerd, dan er maximaal geproduceerd kan worden
  • overbezetting 
  • -> er is productiecapaciteit te kort om aan de vraag te kunnen voorzien

Slide 7 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
  • 1 leerling moet alle dobbelstenen zo neerleggen op het witte vel, dat ze allemaal 6 ogen aan de bovenzijde hebben.
  • De tijd wordt opgenomen!
stopwatch
00:00
Het dobbelstenen experiment

Slide 8 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
  • 2 leerlingen moet alle dobbelstenen zo neerleggen op het witte vel, dat ze allemaal 6 ogen aan de bovenzijde hebben.
  • De tijd wordt opgenomen!
stopwatch
00:00
Het dobbelstenen experiment

Slide 9 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
  • 5 leerlingen moet alle dobbelstenen zo neerleggen op het witte vel, dat ze allemaal 6 ogen aan de bovenzijde hebben.
  • De tijd wordt opgenomen!
stopwatch
00:00
Het dobbelstenen experiment

Slide 10 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Arbeidsproductiviteit


  • hogere arbeidsproductiviteit betekent lagere loonkosten per product
de productie per werknemer in een bepaalde tijd

Slide 11 - Tekstslide

6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Arbeidsproductiviteit


  • hogere arbeidsproductiviteit betekent lagere loonkosten per product
de productie per werknemer in een bepaalde tijd
arbeidsproductiviteit per periode = 
totale productie per periode
aantal werknemers

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:


  • technologische ontwikkelingen (mechanisatie en automatisering
  • arbeidsverdeling en specialisatie
  • scholing
  • prestatieloon
  • verbetering arbeidsomstandigheden
6.4 Nog meer produceren? (deel 1)

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk!!
Maken t/m 42
Rekenopgaven 26 t/m 29

Leren begrippen 6.4

Slide 14 - Tekstslide