KNM 2.1, 2.2 en 2.3

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1-4

Goedemiddag! Welkom!

Hoe gaat het met jou?

😒🙁😐🙂😃

Programma

• Wat is KNM?
• Nederlandse gewoonten

Pauze: 

• Feestdagen
• Het Wilhelmus
• Boek + online = klaar!

 

Aan het einde van de les:

• Weet je wat je allemaal leert met KNM
• Kan je Nederlandse gewoontes benoemen
• Ken je de Nederlandse feestdagen
• Weet je wat in Nederland gevierd wordt met de feestdagen
• Weet je wat het Wilhelmus is

Wat is KNM

• KNM = Kennis van de Nederlandse Maatschappij.

• Bij KNM leer je alles over de Nederlandse samenleving.
• KNM sluit je met een examen bij DUO af.
• Dit hoort bij je inburgeringsexamen.

Wat leer je bij KNM

Werk en inkomen

• Weten hoe je snel en efficiënt (nieuw) werk zoekt
  
• Begrijpen wat de rechten en plichten zijn van werknemers en werkgevers
  
• Kunnen omgaan met discriminatie op het werk

Omgangsvormen, waarden en normen

• Begrijpen hoe mensen in Nederland met elkaar omgaan
  
• Kunnen omgaan met gewoonten, waarden en normen die mogelijk anders zijn dan die van jezelf
  
• Begrijpen wat het doel is en wat de gewoonten zijn van culturele verenigingen en sportverenigingen

Wat leer je bij KNM

Wonen

• Een woning kunnen vinden
  
• Energievoorzieningen en communicatiemiddelen (bijv. telefoon en televisie) kunnen aanvragen voor de woning
  
• Begrijpen wat de normen zijn in Nederland voor hoe je met je huis, tuin en afval omgaat

Gezondheid en gezondheidszorg

• Weten hoe je gebruikmaakt van huisartsen
  
• Weten hoe apotheken en tandartsen werken
  
• Begrijpen hoe zorgverzekeringen werken

Wat leer je bij KNM

Geschiedenis en geografie

• Kennis over de Nederlandse geschiedenis
  
• Weten welke gebeurtenissen uit het verleden gevoelig liggen in Nederland, zoals de Tweede Wereldoorlog
  
• Geografische kennis hebben van Nederland
  

Instanties

• Begrijpen welke diensten de gemeente levert
  
• Kunnen omgaan met belastingen
  
• Weten welke taken de politie heeft

Wat leer je bij KNM

Staatsinrichting en rechtsstaat

• Weten hoe je volgens de Nederlandse grondwet moet handelen
  
• Kunnen omgaan met de scheiding tussen kerk en staat
  
• Je houden aan de wet

Onderwijs en opvoeding

• Het Nederlandse onderwijssysteem kunnen gebruiken
  
• Verantwoordelijkheid dragen voor jouw eigen minderjarige kinderen
  
• Weten hoeveel onderwijs kost en voorzieningen kunnen aanvragen om deze kosten te kunnen betalen, zoals studiefinanciering

KNM examen

Wat?

• Het examen is op de computer.
  
• Het examen heeft korte filmpjes. Na elk filmpje beantwoord je een vraag.

Waar?

• Bij een locatie van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs).

Hoe?

• De filmpjes laten situaties in Nederland zien. Bijvoorbeeld boodschappen doen of naar de dokter gaan.
• De vragen zijn op A2-niveau. Je moet goed kunnen luisteren en lezen.

Hoe lang?

• Het examen duurt 45 minuten.

Leerdoelen voor de volgende 2 weken

Omgangsvormen, waarden en normen

• Begrijpen hoe mensen in Nederland met elkaar omgaan
  
• Kunnen omgaan met gewoonten, waarden en normen die mogelijk anders zijn dan die van jezelf
  
• Begrijpen wat het doel is en wat de gewoonten zijn van culturele verenigingen en sportverenigingen

leren.kleurrijker.nl

Nederlandse gewoonte video thema 2 

2.1 Gewoonten - vragen

Bespreek samen de onderstaande vragen en geef antwoord.

De vrouw kijk uit het raam. Ze kijkt naar de buren en praat over de buren. 

• Vind jij dit gewoon? 
• Wat doe jij als je nieuwe buren krijgt?
• Waarom nodigt de vrouw de buurman uit?

2.1 Gewoonten - lezen

Dit is in Nederland gewoon:

Zeg je in je in deze situatie u of jij en waarom? 

Hoe doe je dit in je eigen land?

Dit is in Nederland gewoon:

Wat vind jij van de reactie en waarom?

Hoe doe je dit in je eigen land?

Dit is in Nederland gewoon:

Hoe laat eet jij? 

Dit is in Nederland gewoon:

Wat doe je als een probleem met je buren hebt?

Dit is in Nederland gewoon:

Kijk in je boek op blz. 22/ 23.

Bekijk de plaatjes E t/m J en bespreek samen de plaatjes.

Gebruik de vragen van blz. 23 om antwoord te geven.

2.1 Gewoonten - boek/ elo

Maak de opdrachten in het boek en in de elo.

Wat betekent 'een gewoonte'?
Wat vind jij typisch Nederlandse gewoonten?

2.1 Gewoonten - spreken

• Maak groepjes van vier.
• Bespreek wat jullie de raarste Nederlandse gewoonte vinden.
• Maak een top 5. 
• Deel deze aan het einde met de hele groep.

Nederlandse gewoontes:

Eten uit de muur halen, klagen over het weer, een nummer trekken, afspraak is afspraak, altijd zeggen hoe duur iets was, koffie op vaste tijden, iedereen feliciteren op de verjaardag ...

Pauze

Pauze  

Welke Nederlandse feestdagen ken jij?

2.2 Feestdagen - lezen

2.2 Feestdagen - lezen

Maak duo's

Zoek in je boek op blz 23/ 24 en 25 de goede feestdag en schrijf deze op.

Schrijf ook het datum van de feestdag op!

2.2 Feestdagen - lezen

1. Op welke feestdag zie je veel oranje?

2. Op welke feestdag zie je veel lichtjes?

3. Op welke feestdag zeg je 'Gelukkig nieuwjaar'?

4. Op welke feestdag zijn er veel festivals?

5. Op welke feestdag is iedereen twee minuten stil?

6. Op welke feestdag krijgen kinderen iets in hun schoen?

7. Welke feestdag is altijd op donderdag?

8. Op welke feestdag eten Nederlanders oliebollen?

9. Op welke feestdag kan je eieren zoeken?

2.2 Feestdagen - lezen

1. Op welke feestdag zie je veel oranje?                                                          Koningsdag 27 april

2. Op welke feestdag zie je veel lichtjes?                                                       Kerst 25 en 26 december

3. Op welke feestdag zeg je 'Gelukkig nieuwjaar'?                                    Nieuwjaarsdag 1 januari

4. Op welke feestdag zijn er veel festivals?                                                  Bevrijdingsdag 5 mei

5. Op welke feestdag is iedereen twee minuten stil?                              Dodenherdenking 4 mei

6. Op welke feestdag krijgen kinderen iets in hun schoen?                 Sinterklaas 5 december

7. Welke feestdag is altijd op donderdag?                                                    Hemelvaart donderdag in mei

8. Op welke feestdag eten Nederlanders oliebollen?                             Oudejaarsdag 31 december

9. Op welke feestdag kan je eieren zoeken?                                                Pasen zo/ ma in maart of april

2.2 Feestdagen - boek/ elo

Maak de opdracht 2.2 in je boek en in de elo.

2.2 Feestdagen - spreken

2.3 Het Wilhelmus - lezen

2.3 Het Wilhelmus - spreken

Heeft jou land een volkslied?

Waar gaat dit over?

Wanneer zing je dit in je eigen land?

Aan het einde van de les:

• Weet je wat je allemaal leert met KNM
• Kan je Nederlandse gewoontes benoemen
• Ken je de Nederlandse feestdagen
• Weet je wat in Nederland gevierd wordt met de feestdagen
• Weet je wat het Wilhelmus is

Schrijf 3 dingen die je vandaag hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen wat je nog beter moet leren.

Heb je nog een vraag? Schrijf deze hier op.

Hoe was de les vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Maak de opdrachten 2.1 t/ m 2.3 in je boek en online.

Vergeet je handtekening niet