Thema "Kletsen op het werk"1

• Nederlands
• ISK

Thema "Kletsen op het werk"

Doelen: korte gesprekken voeren, idiomen begrijpen en gebruiken

Duur: 50 minuten

Small talk check-in

1. Hoe gaat het?

2. Hoe was je dag?

3. Wat heb je vandaag gedaan?

Voorbeelden van native spreektaal

1. Hoe gaat 't?

2. Druk op werk?

3. Lekker weer hè?

Bij de koffieautomaat:

1. Hé, hoe is het?

2. Goed hoor, een beetje druk. En met jou?

3. Ook goed! Heb je het project al af?

4. Bijna, nog één dag!

In de pauze:

1. Zin in koffie?

2. Ja graag, zwart zonder suiker.

3. Hoe was je weekend?

4. Lekker rustig, jij?

Uitdrukkingen en idiomen: wat bedoelen ze?

Doel: veelvoorkomende idiomen begrijpen en gebruiken

Voorbeelden: Ik druk mijn snor  -> Ik ontwijk mijn werk

Even een luchtje scheppen -> Naar buiten voor frisse lucht

Dat komt wel goed -> Geen zorgen, het lost zich op

Ik zit erdoorheen -> Ik ben moe

Dat meen je niet?! - > Echt waar?!

Oefening

1. Maak twee zinnen met twee van deze uitdrukkingen.

Tips & Tricks: Zo praten Nederlanders

Doel: bewustwording van natuurlijke spreektaal

Verkortingen: ff, 't, da's...

Vulwoorden: zeg maar, dus, nou, eigenlijk, joh, echt?

Wat betekent "ik druk mijn snor"?

1. Ik ontwijk mijn werk
2. Ik scheer mijn snor even niet
3. Ik druk op mijn snor
4. Ik begin aan mijn werk

Hoe zeg je informeel "Ik ben heel moe"?

1. Ik ben kapot
2. Ik kan niet meer
3. Ik ben uitgeput
4. Ik zit erdoorheen

Wat zeg je als iemand zich zorgen maakt?

1. Maak je niet druk
2. Maak je geen zorgen
3. Het komt wel goed
4. Maak je niet moe

oefenen.nl

The End!