Het eindexamen gaat door!

Leesdossier en leesvaardigheid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesdossier en leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Examen bespreken: hoe en wat
Leesdossier: hoe en wat
maken van het balansverslag
8e uur: samen een tekst met vragen maken




Slide 2 - Tekstslide

Ik ben blij dat het examen doorgaat.
010

Slide 3 - Poll

Leg je antwoord uit. Wat vind jij van het feit dat het examen doorgaat?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

En dan nu
Maak je balansverslag
Om 14.00 ben je terug in de call

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Met welk woord kan de gevoelswaarde die uit deze reacties in de Volkskrant spreekt het best omschreven worden?
A
bezorgdheid
B
opluchting
C
sarcasme
D
verwondering

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

vraag 40
A
hun kleding afstemmen op bedrijfsnormen
B
hun kledingkeuze zelf bepalen
C
verplicht zijn zakelijke kleding te dragen
D
zichzelf kunnen uiten in hun kledingkeuze

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 41:
A
een argument voor het gestelde in alinea 3
B
samenvatting voor het gestelde in alinea 3
C
tegenstelling van het gestelde in alinea 3
D
voorbeeld bij het gestelde in alinea 3

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

'Volgens de tekst kunnen zowel docenten als leerlingen zich geen uitdagende kleding permitteren.' Leg uit waarom dit zo is. In een of meer volledige zinnen en in niet meer dan 15 woorden.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 43:
A
deze is goed
B
deze is goed
C
deze is goed
D
deze is goed

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat voor argumentatieschema wordt er, naast argumentatie op basis van voorbeeld, vooral gebruikt?
A
oorzaak-gevolgrelatie
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het antwoord op vraag 45?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide