1HVd - Jozef 1
1 / 25
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De vader van Jakob en Esau was:
A
Mozes
B
Jozef
C
Isaac
D
Abraham
Slide 6 - Quizvraag
Isaak was getrouwd met
A
Sara
B
Rebekka
C
Rachel
D
Eva
Slide 7 - Quizvraag
Jakob wil iets dat eigenlijk bedoeld is voor Esau. Wat is dit?
A
Een grote kudde schapen
B
Het eerstegeboorterecht
C
Een mooie jas
D
Een lekkere pan soep
Slide 8 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het eerstgeboorterecht?
A
Een groter deel van de erfenis
B
De baas zijn over je broers en zussen
C
Moeten zorgen voor je familie
D
De lieveling van je vader zijn
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Izaäk moest vluchten voor zijn broer Ezau. Waarom?
A
omdat hij hem vieze soep had gegeven
B
omdat hij hem had bestolen
C
omdat ze verliefd waren op hetzelfde meisje
D
omdat hij zijn vader had bedrogen en de zegen van Ezau had gestolen
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Hoe noemen we een gebed waarbij je wordt toegewenst dat God bij je is?
A
zegen
B
cadeau
C
smeekbede
D
dankzegging
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat zou je kunnen leren van het verhaal van Esau en Jakob?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Jozef
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Welk cadeau krijgt Jozef van zijn vader?
A
Een kudde schapen
B
Een mooie jas
C
Een nieuw scheerapparaat
D
Een zegelring
Slide 24 - Quizvraag
Jozef krijgt 2 dromen. In beiden spelen zijn broers een rol. Waarom zijn ze zo boos over deze dromen?
A
Omdat de dromen zeggen dat zij voor Jozef zullen buigen
B
Omdat de dromen zeggen dat Jozef heel rijk zal worden
C
Omdat de dromen zeggen dat Jozef hun vader zal opvolgen
D
Omdat de dromen zeggen dat Jozef de lieveling van hun vader is
