In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Taalverzorging periode 3
Slide 1 - Tekstslide
Oefenen van de toetstof
A: meervoudsvorming
B: bijvoeglijke naamwoorden
F: samenstellingen
G: hoofdletters
H: leestekens
Slide 2 - Tekstslide
Hoe schrijven we het meervoud van: auto - kiwi - kanarie
Slide 3 - Open vraag
Afkortingen krijgen in het meervoud altijd een apostrof. Is deze stelling juist of onjuist
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Hoe schrijven we het woord melodie in het meervoud?
Slide 5 - Open vraag
Welke woord is een bijvoeglijk naamwoord in de verbogen vorm?
A
spannende
B
mooi
Slide 6 - Quizvraag
De trappen van vergelijking bestaan uit de stellende, vergrotende en overtreffende trap. Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van: mooi, los, goed, veel en relaxed.
Slide 7 - Open vraag
We schrijven bij een samenstelling een tussen-e als het linkerdeel van de samenstelling...(noem min. 2 redenen)
Slide 8 - Open vraag
Hoofdletters
Slide 9 - Woordweb
Geen hoofdletters
Slide 10 - Woordweb
Hoofdletters en leestekens. Schrijf de volgende zin op de juiste manier op: ik hou van de maanden mei juni en juli
Slide 11 - Open vraag
Schrijf de volgende zin op de juiste manier: mevrouw mennink zei jullie gaan de toets goed maken
Slide 12 - Open vraag
Schrijf de volgende zin op de juiste manier: weet je zei hij dat hoofdletters in het duits nog belangrijker zijn dan in het nederlands