In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Introductie
In deze les herhalen de leerlingen zaken die zij geleerd hebben op de basisschool. Dit om de voorkennis te activeren.
- omschrijving in een tekst zoeken
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
START
- weet je nog dat woorden die ongeveer hetzelfde betekenen synoniemen heten?
woordenschat
Slide 2 - Tekstslide
WOORDENSCHAT
een synoniem zoeken
Soms weet je de betekenis van een woord in een tekst niet.
In een tekst staan soms woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
Je noemt deze woorden synoniemen.
Slide 3 - Tekstslide
WOORDENSCHAT
een synoniem zoeken
Grootvader is een synoniem voor opa.
aanmelden is een synoniem voor opgeven
de arbeid is een synoniem voor het werk
verlegen is een synoniem voor bedeesd
de expositie is een synoniem voor de tentoonstelling
Slide 4 - Tekstslide
Sleep het juiste synoniem
naar de woorden in de eerste rij.
begrijpen
blessure
eenvoudig
gemakkelijk
snappen
verwonding
Slide 5 - Sleepvraag
Sleep het juiste synoniem
naar de woorden in de eerste rij.
nogal
opdracht
twijfelen
aarzelen
tamelijk
taak
Slide 6 - Sleepvraag
Raad het goede synoniem van het woord
nuttigen
e
m
e
k
o
t
i
n
z
b
Slide 7 - Sleepvraag
Raad het goede synoniem van het woord
rangschikken
r e n
h
e
p
d
t
i
n
o
a
Slide 8 - Sleepvraag
Raad het goede synoniem van het woord
vaat
f a
w
e
s
l
n
u
m
a
o
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
Tim kan erg kwaad worden, maar meestal blijft hij niet lang boos.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
Bij die opdracht moet je de uitkomst noteren en ook de berekening opschrijven.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
De entree is aan de voorkant en aan de achterkant is ook een ingang.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
We hebben amper geluisterd, maar je kon Sjors ook nauwelijks verstaan.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het synoniem van het onderstreepte woord?
De vorige keer moest Karim afrekenen, wie gaat er vandaag betalen?
Slide 14 - Open vraag
START
- je weet dat woorden die ongeveer hetzelfde betekenen synoniemen heten