H9 spel opdr 13 tm 17 (vdw)

H9 spelling
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 14 min

Onderdelen in deze les

H9 spelling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les: 
- heb je de werkwoordsvormen nog eens herhaald. 
- heb je nog een keer herhaald wat klankvaste en klankveranderende werkwoorden zijn.  

Slide 2 - Tekstslide

weet je het nog? 
Je leerde ooit de 3 vormen van het werkwoord. 
1. PERSOONSVORM (pv)
Die vind je door de zin vragend te maken. De PV komt dan vooraan te staan. 
2. HELE WERKWOORD (hele ww)
Woorden waar je 'wij' voor kan zetten of woorden zoals ze in het woordenboek staan. 
3. VOLTOOID DEELWOORD (vdw) Woord wat aangeeft dat iets al gebeurd is. 

Slide 3 - Tekstslide

weet je het nog? 
Je leerde ooit de 3 vormen van het werkwoord. 
1. PERSOONSVORM (pv)
Robert surft graag in Portugal.  

2. HELE WERKWOORD (hele ww)
Robert wil graag in Portugal surfen

3. VOLTOOID DEELWOORD (vdw) 
Robert heeft in Portugal gesurft

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin:

Jij had me beloofd om beter cijfers te halen!

Slide 5 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin:

Lisa heeft haar voet gekneusd.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin:

Hij heeft zijn vinger gestoten.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin:

Wij hebben ons gisteren rot gelachen.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord, wat hoort bij het onderstaande vdw?

gezien.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord, wat hoort bij het onderstaande vdw?

gezeten

Slide 10 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord, wat hoort bij het onderstaande vdw?

geholpen

Slide 11 - Open vraag

weet je het nog? 
Klankvaste werkwoorden  
woorden die in de v.t. van NIET van klank veranderen. 
bv  fietsen - fietsten
klankveranderende werkwoorden
woorden die in de v.t. WEL van klank veranderen.
lopen - liepen 

Slide 12 - Tekstslide

Noem een klankvast werkwoord

Slide 13 - Woordweb

Noem een klankveranderend werkwoord

Slide 14 - Woordweb

klankvaste ww - voltooid deelwoord
Klankvaste werkwoorden  
hebben een voltooid deelwoord dat eindigt op - t of - d
Je kan meestal horen hoe je het moet schrijven, als je het woordje in de v.t. langer maakt. 
bijvoorbeeld
ik werkte - ik heb gewerkt
Ik baalde - ik heb gebaald.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe schrijf je het vdw?

Ik heb een uur door de regen ... (fietsen)

Slide 16 - Open vraag

Hoe schrijf je het vdw?

Ik heb gisteren jouw broer .... (bellen)

Slide 17 - Open vraag

spelling bijvoeglijk naamwoord
klankveranderende werkwoorden  
Je kan meestal horen hoe je het moet schrijven.
bijvoorbeeld
eten  >  ik heb gegeten
brengen > ik heb gebracht

Slide 18 - Tekstslide

Hoe schrijf je het vdw?

Ik heb vorige week mijn collega naar het ziekenhuis ..... (brengen)

Slide 19 - Open vraag

herhaling BNW
- zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Vader heeft een blauwe bloes.
Isa heeft een roze jurk
Er is een bruine, kleine hond.



Slide 20 - Tekstslide

 en het-woorden
de-woorden
Als je er 'een' voor zet, krijg je een -e erbij
een zware schooltas - de zware schooltas
het-woorden
Als je er 'een' voor zet laat je bij 
een het-woord de -e weg.
een nieuw gebouw - het nieuwe gebouw



Slide 21 - Tekstslide

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord? 
 meestal eindigt het bnw op een -e. 
het nieuwe gebouw - de zware schooltas



Slide 22 - Tekstslide

Bedenk zelf twee bijvoeglijke naamwoorden.

Dat ... jongetje heeft ... schoenen gekregen.


Slide 23 - Open vraag

het ... jongetje
A
brave
B
braaf

Slide 24 - Quizvraag

een ... tas
A
nieuwe
B
nieuw

Slide 25 - Quizvraag

een ... film
A
spannend
B
spannende

Slide 26 - Quizvraag

de ... beker
A
kapotte
B
kapot

Slide 27 - Quizvraag

het ... jongetje
A
brave
B
braaf

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk

Maak opdracht 13 tm 17
blz 73-76

Slide 29 - Tekstslide