dieetvoeding les 1 herhaling voedingsstoffen

Dieetvoeding 
les 1 herhaling voedingsstoffen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dieetvoeding 
les 1 herhaling voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Studiewijzer 
Even bestandje openen. Volgende les meer tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Vragen over herhalings voedingsstoffen
Weende analyse
Zelf onderzoek doen
Huiswerk boekcheck

Slide 3 - Tekstslide

Essentiele aminozuren kan een dierlijk lichaam zelf aanmaken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Welke 3 functies kan een voedingsstof hebben?

Slide 5 - Open vraag

Welke 6 voedingsstoffen zijn er?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van vitamine?
A
brandstof
B
bouwstof
C
beschermstof
D
bouwstof en beschermstof

Slide 7 - Quizvraag

Eiwit bestaat uit ...?

Slide 8 - Open vraag

In eiwit zit geen energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Uit hoeveel procent vocht bestaat het lichaam van een kat?
A
50-60%
B
60-70%
C
70-80%
D
80-90%

Slide 10 - Quizvraag

Functie van water in het lichaam

Slide 11 - Woordweb

Hoeveel droge stof zit er ongeveer in droogvoer?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de functie van eiwitten?
A
bouwstof
B
brandstof
C
beschermstof
D
bouwstof en brandstof

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kan een kat niet leven op hondenbrokken?

Slide 14 - Woordweb

Een hond heeft alleen maar dierlijke eiwitten nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Een ei bestaat alleen maar uit eiwitten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Onverzadigde vetten zijn gezond
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Koolhydraten worden afgebroken tot ..., wat opneembaar is in het bloed.

Slide 18 - Open vraag

Waarom kan een kat of ander zoogdier op volwassen leeftijd geen (koeien)melk meer drinken?

Slide 19 - Open vraag

Waar in het lichaam worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in de bloedbaan?

Slide 20 - Woordweb

Welke vitaminen moet je niet via het drinkwater aanbieden?

Slide 21 - Open vraag

Cholesterol in het bloed kan verlaagd worden door meer onverzadigde vetten te eten.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is cholesterol?

Slide 23 - Woordweb

Wat zijn gevolgen van te weinig vitamine C bij een cavia?

Slide 24 - Woordweb

Zout is een nuttig mineraal voor een hond.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Wat kan er gebeuren bij een tekort aan calcium?

Slide 26 - Open vraag

Welke vitamine heb je nodig om voldoende calcium op te kunnen nemen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 27 - Quizvraag

Koolhydraten zitten vooral in plantaardige producten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is ruwe celstof?

Slide 29 - Woordweb

Droge stof
Voer is grofweg opgebouwd uit droge stof en water.
  • Droge stof blijft over na verdamping van water.
  • Organische stof komt uit de natuur: (ruw)eiwitten, (ruw)vetten en koolhydraten
  • Anorganische stof is niet levend materiaal: mineralen
Na verbranding blijft ruwe as over.

  • Met ruw wordt de totale hoeveelheid van een grondstof bedoeld. Ruw eiwit gaat over alle eiwit-achtige stoffen in het voer.


Slide 30 - Tekstslide

Weende analyse

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Weende analyse

Slide 33 - Tekstslide

Weende analyse

Slide 34 - Tekstslide

Eigen onderzoek
Kies een diersoort, leeftijd en/of omstandigheden.
Werk de weende analyse uit.
Vergelijk minimaal 5 soorten voer op:
  • Eiwitten
  • Vetten
  • Overige koolhydraten

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
  • Eigen voervergelijking (5x weende analyse)
  • https://greeny.degroenewereld.nl/BookCheck/2367
  • Voeding -> Leeftijdsgebonden diëten en ondersteunende diëten
    -> Boekcheck



Slide 36 - Tekstslide