Herhalen H3
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een weefsel?
A
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
B
Een paar organen
C
Een groep orgaanstelsels
D
Hetzelfde als een cel
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een orgaanstelsel?
A
Een orgaan wat in de buikholte ligt
B
Een groep organen
C
Een groep weefsels die samenwerken
D
Een groep organen die samenwerken
Slide 4 - Quizvraag
->
->
->
->
Zet in de goede volgorde: van klein naar groot
Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel
Organisme
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de functie van de kleine schroef?
A
Het regelen van de hoeveelheid licht
B
Scherpstellen
C
Vergroten
D
Het licht doorlaten
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van het diafragma?
A
Het regelen van de hoeveelheid licht
B
Scherpstellen
C
Vergroten
D
Het licht doorlaten
Slide 8 - Quizvraag
Als je door een microscoop kijkt door de grootste vergroting, hoe groot is deze dan?
A
100x
B
200x
C
400x
D
4000x
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Welk orgaan gaat als enige door het middenrif?
A
De luchtpijp
B
Het hart
C
De slokdarm
D
De lever
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat staat op volgorde van groot naar klein?
A
weefsels, organen, organisme, cellen
B
organisme, organen, weefsels, cellen
C
organisme, cellen, weefsels, organen
D
organisme, weefsels, cellen, organen
Slide 15 - Quizvraag
Bij een microscoop kijk je door het...
A
objectief
B
oculair
C
diafragma
D
tubus
Slide 16 - Quizvraag
Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver
Slide 17 - Quizvraag
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×.
Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 18 - Quizvraag
Wat leg je op de tafel van de microscoop?
A
de revolver
B
je vingers
C
een tafelkleed
D
het preparaat
Slide 19 - Quizvraag
Wat vindt je wel, en wat vindt je niet in dierlijke cellen?
Wel aanwezig
Niet aanwezig
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma
Celwand
Celwand
Bladgroenkorrels
Slide 20 - Sleepvraag
Celkern
Cytoplasma
Celwand
Slide 21 - Sleepvraag
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celkern
Vacuole
Slide 22 - Sleepvraag
Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.Slide 23 - Sleepvraag
Zet de woorden op de goede plek in de torso.
Borstholte
Buikholte
Middenrif
Slide 24 - Sleepvraag
Organismen
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 25 - Sleepvraag
Zet de juiste organen op de aangewezen plekken (gebruik niet alle organen)
Luchtpijp
Long
Maag
Lever
Dunne darm
Dikke darm
