Tekstverbanden: Opsomming en volgorde

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Tekstverbanden: Opsomming en volgorde

Opsomming

Bij een opsomming worden meerdere dingen achter elkaar opgenoemd: Ik heb vandaag wiskunde, Nederlands en Engels.

Wij eten vandaag pizza, kroketten en ijs.

Volgorde

Bij het tekstverband volgorde kun je zien in welke volgorde dingen worden gedaan:

Ik ga eerst ontbijten, daarna douchen en tot slot pak ik mijn tas in. 

Signaalwoord

Als je de signaalwoorden kent, weet je heel snel met welk tekstverband je te maken hebt.

En, ook, bovendien, ten eerste, ten tweede zijn signaalwoorden bij opsomming.

Signaalwoorden volgorde

Eerst, daarna, vervolgens, tenslotte, daarvoor 

zijn signaalwoorden bij het tekstverband volgorde.

Ik houd van pizza en van patat.
Welk signaalwoord zie je hier?

1. houd
2. pizza
3. en
4. zie

Ik houd van pizza en patat.

Welk tekstverband zie je hier?

1. Opsomming
2. Volgorde

Ik ben moe, bovendien vind ik dit werk stom.
Welk signaalwoord zie je hier?

1. moe
2. bovendien
3. vind
4. stom

Ik ben moe, bovendien vind ik dit werk stom.
Tekstverband ......

1. Opsomming
2. Volgorde

Mijn oma is doof. Ook is ze slecht ter been.
Welk signaalwoord?

1. ook
2. slecht
3. ter
4. been

Ik ben moe, bovendien vind ik dit werk stom.
tekstverband?

1. opsomming
2. volgorde

Ik ga met je mee, maar eerst eet ik een broodje.
Signaalwoord

1. ik
2. met
3. eerst
4. broodje

Ik ga met je mee, maar eerst eet ik een broodje.
Tekstverband

1. opsomming
2. volgorde

Maak eerst som 1, daarna maak je de rest van de paragraaf.
tekstverband

1. opsomming
2. volgorde

Maak eerst som 1, daarna maak je de rest van de paragraaf.
Wat is het signaalwoord?

Voorbeeld

Je herkent een voorbeeld aan de signaalwoorden bijvoorbeeld, zoals, zo, denk aan, enz.

Ik vind veel vakken leuk, zo vind ik wiskunde echt interessant.

Ik vind meerdere beroepen leuk. Mij lijkt bijvoorbeeld wijkagent leuk.
tekstverband?

1. opsomming
2. volgorde
3. voorbeeld

Ik vind je trui leuk en je schoenen passen er goed bij.
Tekstverband?

1. opsomming
2. volgorde
3. voorbeeld

Zij heeft verschillende talenten. Ze kan bijvoorbeeld heel goed tekenen.

1. opsomming
2. volgorde
3. voorbeeld