H4 - Les 12 - 07-10-2025

WELCOME
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

TODAY
After this lesson you will
... know what to expect in the coming lessons
... have read and studied text 6
... have worked with adjectives and adverbs some more
... have repeated some of the tenses

Slide 2 - Tekstslide

PLANNING
Monday 7-10
Thursday 10-10
Monday 14-10
Wednesday 16-10: Vragenuurtje + Oefentoets
Thursday 17-10: Leestoets periode 1


Slide 3 - Tekstslide

TEXT 6
Is meat the fix?

Slide 4 - Tekstslide

TEXT 6
Wat valt je op aan de tekst?

Hoe zou je de titel goed kunnen vertalen?

Slide 5 - Tekstslide

VOCABULARY
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

What point is made about vegans in paragraph 2?

Wat weet je al?

Waar ga je lezen?

Slide 7 - Tekstslide

What is the function of paragraph 3?

Let op de antwoordopties! 

Wat weet je al?

Waar ga je lezen?

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de volgende stijlfiguren gebruikt Ron Grainger in alinea 4? 

Slide 9 - Tekstslide

"At best, is experiences are anecdotal." (alinea 1)

Ben Martin (2de brief) maakt een opmerking die op hetzelfde neerkomt. Citeer de eerste twee worden van de zin waarin dit gebeurt. 

Slide 10 - Tekstslide

What becomes clear in the second letter?

Ben Martin criticises John Nicholson for ... 

Slide 11 - Tekstslide

ADJECTIVES & ADVERBS
let's go!

Slide 12 - Tekstslide

Kies het juiste woord: He speaks English ____.
A
fluently
B
fluent

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste woord: She sings ____ in the choir.
A
beautifully
B
beautiful

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste woord: The movie was ____ boring.
A
extreme
B
extremely

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste woord: The team played ____ in the match.
A
excellently
B
excellent

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste woord: She danced ____ at the party.
A
gracefully
B
graceful

Slide 17 - Quizvraag

TENSES

Slide 18 - Tekstslide

Choose the correct verb form: I usually ... to the gym on Mondays.
A
went
B
goes
C
going
D
go

Slide 19 - Quizvraag

Select the right verb form: She ... for her exam at the moment.
A
is studying
B
study
C
studying
D
studied

Slide 20 - Quizvraag

Pick the appropriate verb form: By the time we arrived, they ... the project.
A
finish
B
had finished
C
finished
D
finishing

Slide 21 - Quizvraag

Choose the correct verb form: They ... in that house for ten years now.
A
have lived
B
live
C
living
D
lived

Slide 22 - Quizvraag

ASSIGNMENT 3

Slide 23 - Tekstslide

Select the right verb form: Last night, he ... the entire book in one sitting.
A
read
B
reads
C
readed
D
reading

Slide 24 - Quizvraag