3V - les 3 - H1.2 Elektrische energie vervoeren (NIEUW)

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Titel van de les
Subtitel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Overzicht Periode #
  • Thema:
  • Benodigde lesmaterialen:
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Type hier in Schulbuch
...



...
...
...
...
...

Slide 5 - Tekstslide

Startklaar
- Telefoon weg
- Jas uit
- Laptop ingelogd op Lessonup

Slide 6 - Tekstslide

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen + potlood + gum
- (Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap)
- Routekaart

Slide 7 - Tekstslide

Sleep naar de juiste plaats:
transformator
turbine
brander
generator

Slide 8 - Sleepvraag

Bereken de energie als een kachel 20 minuten brandt. De kachel heeft een vermogen van 2 kW
A
2 400 000 J
B
2 400 J
C
0,66 J
D
4000 J

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom in het elektriciteitsnet
    verschillende spanningen worden gebruikt.
  • Je kunt de werking van een transformator uitleggen.

  • Je kunt de primaire en secundaire spanning van 
    een transformator uitrekenen met behulp van
    het aantal windingen.

  • Je kunt de primaire en secundaire stroomsterkten
    en spanningen berekenen bij een ideale transformator.

Slide 10 - Tekstslide

De elektriciteitscentrale
Branders: verbrandt de brandstof om water te verhitten waardoor er stoom met hoge druk ontstaat.
Turbine: De stoom spuit tegen de schoepen van de turbine zodat deze om zijn as gaat draaien.
Condensor: De afgewerkte stoom wordt afgekoeld met koelwater zodat dit condenseerd en opnieuw verhit kan worden in de brander.
Generator: Dit is een dynamo die de draaiing van de turbine omzet in elektrische energie.
Transformator: Deze verhoogt de spanning om gebruikt te worden op het elektriciteitsnet.

Slide 11 - Tekstslide

Stroom door een draad
Als er een stroom door een draad loopt, ontstaat er altijd
 (een beetje) warmte. Elektrische energie wordt omgezet in warmte. Dit is energieverlies.

Slide 12 - Tekstslide

Elektriciteitsnet
Een hogere spanning is
minder energieverlies

Daarom wordt elektriciteit
over grote afstanden met 
een hoge spanning 
vervoert.

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er als er een stroom door een draad loopt?
A
Er ontstaat warmte
B
Er ontstaat licht
C
De draad wordt sterker

Slide 14 - Quizvraag

Zet op aflopende spanning

Slide 15 - Sleepvraag

Waarom wordt elektriciteit over grote afstanden met een hoge spanning vervoerd?
A
Minder energieverlies
B
Meer energieverlies
C
Sneller transport

Slide 16 - Quizvraag

Gelijkspanning en wisselspanning
Gelijkspanning                                          Wisselspanning
- Stroom loopt                                           - Stroom loopt telkens in 
altijd in dezelfde richting                        andere richting
- Vaste + en -                                              - Geen vaste + en -
- Bijv. batterij / accu                                - Bijv. dynamo / netspanning

Slide 17 - Tekstslide

Lichtnet
  • De spanning op het stopcontact (lichtnet) gaat 50 keer per seconde (50 Hz) tussen 325 V en -325 V op en neer.
  • Negatief -> Polariteit omgedraaid (+ en - gewisseld)
  • De effectieve spanning is 230 V.

Slide 18 - Tekstslide

Werking van een transformator
Door de primaire spoel loopt een wisselstroom. Daardoor ontstaat er een magnetisch veld dat telkens van richting en grootte verandert. Het werkt als een elektromagneet.
De weekijzeren kern wordt door de primaire spoel gemagnetiseerd. En verandert dus ook 100 keer per seconde van richting.
Het magneetveld in de secundaire spoel verandert door de gemagnetiseerde weekijzeren kern. Hierdoor ontstaat er een wisselspanning op de uiteinden van de secundaire spoel. 

Slide 19 - Tekstslide

Werking van een transformator
  • Werkt alleen op wisselspanning.
  • Het magneetveld geeft de elektrische
    energie door tussen de primaire en
    secundaire spoel.
  • Er is dus geen elektrische stroom
    tussen de spoelen.
  • De verhouding tussen Up en Us is afhankelijk van het aantal windingen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Lage spanning
Weinig pakketjes per truck

Hoge stroomsterkte
Veel truck per dag


Hoge spanning
Veel pakketjes per boot

Lage stroomsterkte
Weinig boten per dag


Slide 22 - Tekstslide

Waar vind je dit principe?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de werking van een transformator?
A
Magneetveld geeft elektrische energie door
B
Magneetveld genereert elektriciteit
C
Er is elektrische stroom tussen de spoelen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen gelijkspanning en wisselspanning?
A
Wisselspanning heeft vaste + en -
B
Gelijkspanning heeft vaste + en -
C
Wisselspanning loopt altijd in dezelfde richting

Slide 25 - Quizvraag

Werking van een transformator
Door de primaire spoel loopt een wisselstroom. Daardoor ontstaat er een magnetisch veld dat telkens van richting en grootte verandert. Het werkt als een elektromagneet.
De weekijzeren kern wordt door de primaire spoel gemagnetiseerd. En verandert dus ook 100 keer per seconde van richting.
Het magneetveld in de secundaire spoel verandert door de gemagnetiseerde weekijzeren kern. Hierdoor ontstaat er een wisselspanning op de uiteinden van de secundaire spoel. 

Slide 26 - Tekstslide

Omhoog en omlaag transformeren
Up = Spanning over de primaire spoel (in V)
Us = Spanning over de secundaire spoel (in V)
Np = Aantal windingen van de primaire spoel
Ns = Aantal windingen van de secundaire spoel

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Stap voor stap oplossen
Stap 1: Lees de opdracht
Stap 2: Noteer gegevens (en gevraagd)
Stap 3: Noteer de formules
Stap 4: Vul de gegevens in
Stap 5: Werk de berekening uit
Stap 6: Noteer de uitkomst
Stap 7: Controleer de uitkomst                                        blz 179 en 180

Slide 29 - Tekstslide

Een ideale transformator heeft een primaire spoel met 400 windingen en een secundaire spoel met 10 windingen. De primaire spanning is 230 V. Bereken de secundaire spanning.

Slide 30 - Open vraag

De ideale transformator
Een transformator zet elektrische energie met een hoge spanning om in elektrische energie met een lage spanning (of andersom).

Daarbij ontstaat een kleine hoeveelheid warmte: energieverlies.

Bij een ideale transformator zeggen we dat er geen energieverlies is.

Dus het vermogen van de primaire en secundaire spoel zijn gelijk. 

Slide 31 - Tekstslide

De ideale transformator
Dus het vermogen van de primaire en secundaire spoel zijn gelijk. 

Oftwel:     Pp = Ps

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Op de transformator uit de vorige vraag (Up=230V; Us=5,75V) is een gloeilampje aangesloten waardoor er een stroom van 0,50 A door de secundaire spoel loopt.
Bereken de stroomsterkte door de primaire spoel.

Slide 34 - Open vraag

Aan de slag

Slide 35 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Elektromagneet
Effectieve spanning
Frequentie
Polariteit
Energieverlies
(Ideale) transformator
Primaire / secundaire spoel
Primaire / secundaire spanning

Slide 36 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 37 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 38 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 39 - Open vraag

Volgende les:
Practicum

Slide 40 - Tekstslide