4 havo les 1 en 2 cursus 9 Laagland

Wat weet je nog over de middeleeuwen?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over de middeleeuwen?

Slide 1 - Woordweb

In de Renaissance..
A
.. kwam de mens centraal te staan.
B
.. stond het geloof centraal.
C
.. kwam er aandacht voor de klassieken.
D
.. werden er ridderverhalen geschreven.

Slide 2 - Quizvraag

In de zeventiende eeuw..
A
.. ontstond de feodaliteit.
B
.. kwam het humanisme op.
C
.. leefde Karel de Grote.
D
.. hadden kunstwerken vaak een belerende functie.

Slide 3 - Quizvraag

middeleeuwen
Renaissance
zeventiende eeuw
theocentrisch wereldbeeld
wedergeboorte van de klassieke Oudheid
Kunst dienst burgerlijke normen en waarden te propageren.
eercultuur
ridderroman
antropocentrisch wereldbeeld
rederijkerskamers

Slide 4 - Sleepvraag

middeleeuwen
Renaissance
zeventiende eeuw
theocentrisch wereldbeeld
wedergeboorte van de klassieke Oudheid
Kunst dienst burgerlijke normen en waarden te propageren.
eercultuur
ridderroman
antropocentrisch wereldbeeld
rederijkerskamers

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Waarom was er in Frankrijk een revolutie in 1789?
A
De welvarende burgerij had geen invloed op bestuur en regering.
B
Omdat de alleenheerser onthoofd werd.
C
Marie-Antoinette zei het volk dat ze gebak moesten gaan eten.
D
Door Napoleons nederlaag.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat hebben sprookjes met nationalisme te maken?
A
Sprookjes waren volksverhalen. Deze verhalen werden verzameld, omdat er meer aandacht kwam voor het vaderlands verleden.
B
De schrijvers van de sprookjes waren erg nationalistisch.
C
In de sprookjes zelf was veel aandacht voor het vaderland. Daardoor wilde men sprookjes lezen en verspreiden.
D
Het nationalisme stimuleerde aandacht voor vaderlands verleden. Daardoor ging men liederen en verhalen verzamelen.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een parlementaire democratie?
A
In een parlementaire democratie is er sprake van één vorst.
B
In een parlementaire democratie moeten de ministers verantwoording afleggen tegenover de Staten-Generaal.
C
In een parlementaire democratie zijn de rijke mensen aan de macht.
D
In een parlementaire democratie moeten de ministers verantwoording afleggen tegenover de koning.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Al tientallen jaren is het gemakkelijker om te handelen in overzeese producten. Wanneer werd de slavernij eigenlijk afgeschaft?
A
halverwege de 19e eeuw
B
rond 1950
C
halverwege de 18e eeuw
D
rond 1600

Slide 15 - Quizvraag

Canon - Arjen Lubach en Fresku
In dit nummer rappen Lubach en Fresku over de geschiedenis van Nederland. Zaken die wij in de klas besproken hebben komen aan bod. Zij leggen echter de nadruk op de zwarte bladzijdes uit de Nederlandse geschiedenis. Eerst eens luisteren en kijken...

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

7

Slide 18 - Video

00:21
'Hebban olla vogala nestas hagunnan' is de oudste Nederlandse zin. Wat zou het kunnen betekenen?
A
Het is lente en de vogels hebben nestjes gemaakt.
B
Zijn de vogels al begonnen met nestjes maken..
C
Zullen we ook kinderen maken, net als de vogels?
D
In de hunebedden zijn vogelnestjes te vinden.

Slide 19 - Quizvraag

00:34
Wat gebeurde er tijdens de Gouden Eeuw en de tijd van de VOC?
A
In deze tijd werd de slavernij eindelijk afgeschaft.
B
In deze tijd maakte Nederland veel gebruik van slaven.
C
In deze tijd ging het goed met de handel in overzeese producten.
D
In deze tijd werd er gehandeld in goud.

Slide 20 - Quizvraag

01:36
Wat wil Fresku duidelijk maken?
A
Het ging goed met de handel, maar de geschiedenis is ook donker geweest en het is belangrijk dat te beseffen.
B
Hij wil illustreren hoe het leven van een slaaf vroeger was.
C
We moeten stilstaan bij het feit dat slaven werden gebruikt voor het welzijn van Nederlanders.
D
Hij wil duidelijk maken dat hij vindt dat Nederlanders hun excuses aan moeten bieden aan de afstammelingen van de vroegere slaven.

Slide 21 - Quizvraag

01:53
Welke kenmerken van de 18e en 19e eeuw worden opgenoemd?
A
de Grondwet en industrialisering
B
nieuwe kleding en de Grondwet
C
feminisme en de Grondwet
D
industrialisering

Slide 22 - Quizvraag

01:58
Aletta Jacobs kwam pitchen: 'Ik neem het op voor de bitches!'
Bij welk kenmerk van de 19e eeuw hoort deze uitspraak?
A
verzuiling
B
verstedelijking
C
ontkerkelijking
D
feminisme

Slide 23 - Quizvraag

02:29
'Alles werd met de Bijbel in de hand verdedigd.'
Wat bedoelt Fresku met deze uitspraak?
A
Hij bedoelt dat er altijd nieuwe excuusjes komen voor het feit dat er slaven werden gehouden.
B
Slaven werden gehouden omdat zij een ander geloof hadden.
C
Er werd veel gevochten in de tijd, soms zelfs met boeken of de Bijbel.
D
Slaven werden gehouden met als excuus dat dat volgens de Bijbel geoorloofd was.

Slide 24 - Quizvraag

03:17
Wie het boek wilt snappen, moet ook de zwarte bladzijdes lezen.

Wie kan deze uitspraak uitleggen?

Slide 25 - Tekstslide