Sinterklaasgedicht

Groep 5 Sinterklaasgedicht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Groep 5 Sinterklaasgedicht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat gaan we doen?
- oefenen met rijmwoorden
- leren over een rijmschema
- beginnen aan eigen gedicht

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag kan ik...
- ... uitleggen wat rijmwoorden zijn
- ... een rijmschema gebruiken
- ... een eigen sinterklaasgedicht schrijven van minstens 10 regels en met rijmwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb zelf wel eens een Sinterklaasgedicht geschreven
A
Ja
B
Nee
C
Met hulp van iemand anders
D
Ja, en ik schrijf ook andere gedichten

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke woorden rijmen? 
Welke vorm van rijm zie je hier?
Wat geeft Piet een kind als jij?
Waarmee maakt de Sint je blij?
Hij heeft erg zijn best gedaan.
Laat dit pak niet langer staan!

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je nu over het kind dat dit gedicht krijgt?
Zo stoer als je doet.
Maak je vaak dingen goed.
Piet heeft dit voor jou gemaakt.
Hij hoopt dat dit je raakt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat rijmt er op...
Piet

Slide 10 - Tekstslide

Piet

Slide 11 - Woordweb

Wat rijmt er op...
Sint

Slide 12 - Tekstslide

Sint

Slide 13 - Woordweb

Wat rijmt er op...
Jou

Slide 14 - Tekstslide

jou

Slide 15 - Woordweb

Wat zijn rijmwoorden?
(voorbeeld mag ook)

Slide 16 - Woordweb

Rijmwoorden
Rijmwoorden zijn woorden die ongeveer dezelfde klank hebben.

fiets - niets
kabeljauw - gebouw
grijs - paleis


Slide 17 - Tekstslide

wat rijmt op groen?

Slide 18 - Woordweb

wat rijmt op school?

Slide 19 - Woordweb

Maak af (laat rijmen):
Jij houdt van spellen...

Slide 20 - Open vraag

Maak af (laat rijmen)
Sint zat te denken...

Slide 21 - Open vraag

Maak een gedicht

  1. Brainstorm --> kies een onderwerp (hobby, interesses) en bedenk zoveel mogelijk woorden daarbij. 
  2. Welke woorden rijmen? Weet je woorden die wel rijmen?
  3. Begin met een paar zinnen
  4. Plak het achter elkaar. 
  5. Klopt het gedichtje? Pas het nog een beetje aan en dan is het klaar! 

Slide 22 - Tekstslide

Ik kan een gedicht maken met rijmschema AABB
A
ja
B
nee
C
wat is een rijmschema?
D
ik heb nog wat hulp nodig

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht
Begin met schrijven!

Vraag hulp als je er niet uitkomt
Verlengde instructie: kinderen die het schrijven nog moeilijk vinden

Slide 24 - Tekstslide