Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
uitleg keuze voorzetsels en leren van de werkwoorden in de verleden tijd
Was machen wir heute?
Hast du dein Portfolio schon eingereicht?
Was machen wir in dieser periode? Kapitel 3: Alles und Grammatik aus Kapitel 5; Satzbau und die Signalwörter
Wiederholen von schwachen Verben in allen Zeiten
Wiederholen der Fälle
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Was machen wir heute?
Hast du dein Portfolio schon eingereicht?
Was machen wir in dieser periode? Kapitel 3: Alles und Grammatik aus Kapitel 5; Satzbau und die Signalwörter
Wiederholen von schwachen Verben in allen Zeiten
Wiederholen der Fälle
Slide 1 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig (geen klinkerverandering in de verleden tijd)
... hebben een vaste stam
...hebben vaste uitgangen
Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor.
Slide 2 - Tekstslide
Ezelsbruggetje tegenwoordige tijd
Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:
(FE)
E - ST - T - EN - T - EN
Slide 3 - Tekstslide
Je leerde de volgende rij voor de tegenwoordige tijd
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam
+ e
stam
+ st
stam
+ t
stam
+ en
stam
+ t
stam
+ en
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
-te
-test
-te
-ten
-ten
-tet
Slide 6 - Sleepvraag
1/4 Hoe maak je de o.v.t. (Präteritum) in het Duits van een zwak werkwoord?
A
ge + stam + (e)t
B
stam in de o.t.t. + -t(e) + esttenten
C
de klinker verandert + esttenten
D
verledentijdsstam + -de
Slide 7 - Quizvraag
2/6 Er ..... bis 1789 Musik an der Universität Bonn. (studeerde)
A
studiert
B
studierte
C
studiertet
D
studieret
Slide 8 - Quizvraag
3/6 Vertaal 'jullie kopen'
kaufen (= kopen)
A
ihr kaufte
B
ihr kauftet
C
ihr kauftete
D
ihr kauft
Slide 9 - Quizvraag
4/6 Verleden tijd: machen
Es ....... richtig Spaß, das Lied zu singen.
A
macht
B
machte
C
machtet
D
machst
Slide 10 - Quizvraag
5/6 Verleden tijd: lachen
Mein Freund ...... über einen Witz.
Slide 11 - Open vraag
6/6 Verleden tijd: weinen
Du ...., weil du deine Tasche verloren hattest.
Slide 12 - Open vraag
En bij deze?
Ich ___________ (warten) eine Stunde lang auf den Bus.
Slide 13 - Open vraag
Bijzonderheden........
Als de stam eindigt op
-d
of
-t
Dan beginnen alle uitgangen automatisch met een
'e'
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Verleden tijd
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
red
red
red
red
red
red
-ete
-etest
-ete
-eten
-eten
-etet
Slide 16 - Sleepvraag
1/5 Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]
A
arbeitet
B
arbeitete
C
arbeitetet
D
arbeite
Slide 17 - Quizvraag
2/5 Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]
A
bade
B
badet
C
badete
D
badetet
Slide 18 - Quizvraag
3/5 Verleden tijd:
Warum [antworten] du nicht?
Slide 19 - Open vraag
4/5 Verleden tijd: antworten
Wer ...... auf diese schwierige Frage?
A
antworteten
B
antworetet
C
antwortete
D
antworte
Slide 20 - Quizvraag
5/5 Vertaal 'wij borstelden'
bürsten (= borstelen)
A
wir bürsten
B
wir bürstet
C
wir bürsteten
D
wir bürstten
Slide 21 - Quizvraag
voltooid deelwoord
ich habe gemacht
ge - stam - t
ich habe geredet
ge - stam - et
Slide 22 - Tekstslide
Extra oefenen?
Klik dan op de link op de volgende dia.
Slide 23 - Tekstslide
https:
Slide 24 - Link
Und jetzt im Buch:
Übung 8 und 9 Seite 96 und 97
Wörter A lernen und Übung 4 machen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
3e naamval
Je krijgt antw oord op de vraag:
wo?
(waar) of
wann?
(wanneer)
ergens zijn
Slide 27 - Tekstslide
voorbeeld
Sie steht vor d... Laden(m).
waar staat hij?
"voor de winkel" dus 3e naamval
Sie steht vor
dem
Laden.
Slide 28 - Tekstslide
4e naamval
Je krijgt antwoord op de vraag:
wohin?
(waarheen)
ergens komen
Slide 29 - Tekstslide
voorbeeld
Er springt in d... Schwimmbad(o).
waarheen springt hij?
"in het zwembad" dus 4e naamval
Er springt in
das
Schwimmbad.
Slide 30 - Tekstslide
7/2 regel
Wo? Wann? Wohin?=
geen antwoord?
7= an, hinter, neben, in, unter, vor, zwischen--> 3e naamval
2= auf, über--> 4e naamval
Slide 31 - Tekstslide
Er setzte sich neben sein... Freund(m)
A
sein
B
seiner
C
seinem
D
seinen
Slide 32 - Quizvraag
Der hund ist unter d... Sofa(o).
A
das
B
dem
C
die
D
der
Slide 33 - Quizvraag
Richtig
Falsch
Das Auto steht in der Garage(v).
Er legt das Buch in der Ecke(v).
Ich warte auf meine Mutter(v).
Der Koala steht zwischen dem Autos(mv).
Der Ball vliegt über dem Netz(o).
Slide 34 - Sleepvraag
Wil hängen das Gemälde an d... Wand(v).
Slide 35 - Open vraag
Wir stehen auf d... Podium(o).
Slide 36 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
15.11. K12 zw ww o.v.t.
December 2022
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2b les 3 periode3
February 2025
- Les met
47 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 Zugspitze Schritt 18-28 - O.V.T. zwakke werkwoorden
October 2022
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
peul - O.V.T. zwakke werkwoorden
March 2022
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Grammatica: Schwache Verben
September 2024
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
A3_vt zwakke werkwoorden
October 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3V Verleden tijd haben en sein + vt zwakke werkwoorden
October 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3v-zwakke werkwoorden-verleden tijd
May 2023
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3