Les 06 oktober

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Jeudi 06 octobre
Le programme pour aujourd'hui :

- Je kunt alle soort werkwoorden in de je, tu, il/ elle/ on, ils/ elles vervoegen;
- Je kunt zelf zinnen verzinnen met bepaalde werkwoorden in de juiste vorm.

Slide 2 - Tekstslide

L'exercice sur la feuille de papier
Was jij vrijdag niet klaar met de opdrachten? 
Geef het dan nu.
Ik controleer na de les.

Slide 3 - Tekstslide

voir l'email dans Magister
avec les liens/ links Quizlet
et les devoirs pour jeudi

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Marie .... une soucoupe volante
A
vois
B
voie
C
voit
D
voix

Slide 8 - Quizvraag

Les sortes de verbes
Je peux sauter
Je peux courir
Je peux voir

Slide 9 - Tekstslide

les verbes en –er
Exemples : arriver, marcher, sauter
Les terminaisons/ de uitgangen :
(je) march-e
(tu) march-es
(il / elle / on) march-e
(ils/ elles) march - ent

Slide 10 - Tekstslide

Le loup (tomber) dans la soupe

Slide 11 - Open vraag

Marie (nager) dans l’eau

Slide 12 - Open vraag

Tu (sauter) dans l’eau

Slide 13 - Open vraag

Ils (regarder) ma maison

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Une phrase avec "aimer" :

Slide 16 - Open vraag

Une phrase avec "arriver"

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

les verbes en –ir 
Exemples : finir, choisir

Les terminaisons/ de uitgangen :
(Je) fin-is
(Tu) fin-is
(Il / elle / on) fin-it
Excepté :
Partir et quelques autres verbes en -ir
Je pars, tu pars, il / elle / on part, ils / elles partent

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Une phrase avec "choisir" :

Slide 21 - Open vraag

Une phrase avec "finir" :

Slide 22 - Open vraag

Les autres verbes
Exemples : voir, faire, lire, écrire
Enlève le “r” ou le “re” et on met la terminaison.
Les terminaisons/ de uitgangen :
(Je) voi-s
(Tu) voi-s
(Il / elle / on) voi-t

Slide 23 - Tekstslide

Mats (faire) bien ses devoirs, bravo !

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Mon amie (venir) dans ma maison, c'est super !

Slide 26 - Open vraag

Et aussi... la base !

Slide 27 - Tekstslide

être
(zijn)
il/elle/on
ils / elles
tu
je/j'
                        sont
                         suis
                           est
                            es

Slide 28 - Sleepvraag

Zij hebben
Jij hebt
Jullie hebben
Ik heb
Vous avez
J'ai
Ils/elles ont
Tu as

Slide 29 - Sleepvraag

Ik ben
Jij bent
Hij is
Zij is
Tu es
Elle est
Je suis
Il est

Slide 30 - Sleepvraag

Exercice
1/ Bram (dire) “merci quand même”
2/ Jasmina (conduire) la soucoupe volante
3/ Tu (dire) “je suis désolé” (pour un garçon)
4/ Je (avoir) beaucoup de devoirs
5/ Je (conduire) un bateau
6/ Oscar (dire) : “j’aime la classe de français”
7/ Tu (sourir) beaucoup
8/ Tu (choisir) un ami pour jouer
9/ Elza (partir) à Paris
10/ Arav (voir) un cochon dans le ciel : c'est bizarre !

timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Correction de l'exercice
  • 1/ Bram dit “merci quand même”
  • 2/ Jasmina conduit la soucoupe volante
  • 3/ Tu dis “je suis désolé” (pour un garçon)
  • 4/ J'ai beaucoup de devoirs (je ai = klinkerbotsing!= j'ai)
  • 5/ Je conduis un bateau
  • 6/ Oscar dit : “j’aime la classe de français”
  • 7/ Tu souris beaucoup
  • 8/ Tu choisis un ami pour jouer
  • 9/ Elza part à Paris
  • 10/ Arav voit un cochon dans le ciel : c'est bizarre !

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
- Je kunt alle soort werkwoorden in de je, tu, il/ elle/ on, ils/ elles vervoegen;
  
- Je kunt zelf zinnen verzinnen met bepaalde werkwoorden in de juiste vorm.

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Zelfstandig werken
Tu finis les devoirs pour jeudi :

Antwoord de vragen over het verhaal “Comment y aller” in jouw boek (wij hebben het tot pagina 109 samen gedaan; voor donderdag doe je pagina’s 110 t/m 113). Pense bien aux verbes !

Finis ? Commence avec Quizlet.

Slide 35 - Tekstslide