5. Arbeid

Herhaling Hoofdstuk 5 'Is er werk voor jou?'
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Hoofdstuk 5 'Is er werk voor jou?'

Slide 1 - Tekstslide

In je arbeidsovereenkomst staat:
A
Loonschalen
B
Regels over opzegtermijn.
C
Hoeveel uur je werkt.
D
Hoeveel dagen vrij bij een huwelijk.

Slide 2 - Quizvraag

Deeltijd/ Voltijd
Deeltijd:
Ook wel parttimebaan genoemd.
Je werkt minder dan 36 uur per week.
Voltijd:
Ook wel fulltimebaan genoemd.
je werkt 36 tot 40 uur per week. 

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:30
Vaste baan
Tijdelijke baan
Flexibele baan
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Je hebt werk voor een afgesproken periode
Je werkt alleen als je werkgever je nodig heeft.

Slide 4 - Sleepvraag

Nettoloon berekenen
Je berekent het nettoloon op de volgende manier:

Brutoloon - (loonbelasting + sociale premies) = Nettoloon

Slide 5 - Tekstslide

Mevrouw Meijerink verdient €1995,- bruto per maand. De loonbelasting bedraagt €145,50 en de sociale premies €35,20. Bereken haar nettoloon.
timer
2:00
A
€1815,-
B
€2175,70
C
€1814,30
D
€1849,50

Slide 6 - Quizvraag

Lees de onderstaande zinnen en geef aan of ze juist of onjuist zijn.
Juist 
Onjuist 
1) Een Cao is voor meerdere werknemers tegelijker 
2) Werknemers onderhandelen niet zelf over de Cao, dat doen de vakbonden
3) De belangen van werkgevers en werknemers zijn vaak heel verschillend
4) De Cao regelt alleen de financiële zaken van een werknemer 

Slide 7 - Sleepvraag

Het nettoloon van de heer Roeberts is €2995,- De loonbelasting bedraagt €184,50 en de sociale premies €95,95. Bereken het brutoloon van de heer Roeberts.
timer
2:00
A
€2714,55
B
€3275,45
C
€2810,50
D
€3275,50

Slide 8 - Quizvraag

Ondernemingsvormen

  • ZZP (Zelfstandige zonder personeel)
  • Eenmanszaak
  • VOF (Vennootschap Onder Firma)
  • BV en NV

Slide 9 - Tekstslide

timer
2:30
Eenmanszaak
VOF
BV en NV
ZZP
Eén eigenaar
De eigenaren heten firmanten
De directeur is een werknemer
Niet aansprakelijk met privévermogen
Bedrijf is eigendom van aandeelhouders.
Geen personeel

Slide 10 - Sleepvraag

Productiesectoren
Primaire sector - Landbouwsector
Secundaire sector - Industriesector
Tertiaire sector - Commerciële dienstverlening
Quartaire sector - Niet commerciële dienstverlening

Slide 11 - Tekstslide

timer
1:30
Tertiaire sector
Quartaire sector
Primaire sector
Secundaire sector

Slide 12 - Sleepvraag

Arbeidsomstandigheden
Arbeidsmotieven
Zware planken tillen
Geld verdienen
Uitdaging in het werk
Asbest op het dak leggen
Sociale contacten
Er wordt een tillift aangeschaft om het werk te verlichten

Slide 13 - Sleepvraag

Vraag naar arbeid

De vraag naar arbeid is het totaal aantal beschikbare banen: de al bezette banen plus de nog niet bezette banen (de vacatures).

De vraag naar arbeid komt van de bedrijven en van de overheid. 

We noemen de vraag naar arbeid ook wel de 
werkgelegenheid.

Slide 14 - Tekstslide

Aanbod van arbeid
Het aanbod van arbeid noem je ook wel de:

Beroepsbevolking:

Dat is iedereen van 15 tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe groot is de werk-gelegenheid?

Voor hoeveel mensen is er werk??

Beroepsbevolking: 6.200.000 (mensen die werken en werk zoeken)
Werklozen:                     600.000 -
Werkenden:                5.600.000
Vacatures:                         75.000 +
Werkgelegenheid:  5.675.000

Slide 16 - Tekstslide

Berekenen van de beroeps-bevolking

In een land zijn 600.000 werklozen. Dat is 10 % van de beroepsbevolking. Daarnaast zijn er 110.000 vacatures.

Bereken hoe groot de werkgelegenheid is. Laat je berekening zien!

Slide 17 - Tekstslide

Formele en informele sector
Formele sector
- "wit" werk in ruil voor geld / natura.

Informele sector 
- "grijze" onbetaalde werk (vrijwilligerswerk, werk in eigen huis)
- "zwarte" betaalde en onbetaalde werk (betaalt geen belastingen).

Slide 18 - Tekstslide

Jij helpt je moeder met het eten koken, stofzuigen en afwassen. Dit is een voorbeeld van...
timer
0:30
A
Werk in de informele sector
B
Werk in de formele sector
C
Wit werk
D
Zwart werk

Slide 19 - Quizvraag

Soorten werkloosheid

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Seizoenwerkloosheid
4. Frictiewerkloosheid
5. Regionale werkloosheid

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer het werk wordt overgenomen door een machine is dit ...
timer
0:30
A
structurele werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
frictie werkloosheid
D
regionale werkloosheid

Slide 21 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"Tijdens perioden van crisis"
timer
0:30
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 22 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake? "Als mensen net van school komen of net ontslagen zijn"....
timer
0:30
A
Structurele werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 23 - Quizvraag

Van welk soort werkloosheid is sprake? "In Overijssel is meer werkloosheid dan gemiddeld in het land".......
timer
0:30
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een juiste volledige omschrijving van het UWV Werkbedrijf?
timer
0:30
A
Het UWV werkbedrijf adviseert bedrijven.
B
Het UWV Werkbedrijf verstrekt uitkeringen.
C
Het UWV Werkbedrijf helpt mensen bij het vinden van een baan. Als het niet lukt om een baan te vinden kan men een uitkering aanvragen .
D
Het UWV werkbedrijf neemt mensen in dienst die zelf geen werk kunnen vinden.

Slide 25 - Quizvraag

Toetsstof
Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.1 + 5.2 + 5.4

Slide 26 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Ik heb een vraag
Alles is duidelijk

Slide 27 - Poll

Wat vond je van deze herhaal les??
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll