opfrissen pv, wwg & ond

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Persoonsvorm (pv)

Elke zin heeft een persoonsvorm (pv)

Noem twee manieren om de persoonsvorm (pv) te vinden:

Persoonsvorm (pv)

Elke zin heeft een persoonsvorm (pv).

Die kan je vinden door de getalproef of de tijdproef.

Getalproef = mv --> ev OF ev --> mv

Tijdproef = tt --> vt OF vt --> tt 

Het woord dat mee verandert in de zin = pv

Benoem de pv:

's Ochtends eet ik altijd met een broodje hagelslag.

1. eet
2. ik
3. een broodje hagelslag

Benoem de pv:

Karel en Jasmijn fietsen samen naar de stad.

1. Karel en Jasmijn
2. fietsen
3. samen
4. naar de stad

Werkwoordelijk gezegde (wwg)

Wat is het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Werkwoordelijk gezegde (wwg)

Het werkwoordelijk gezegde (wwg) zijn alle werkwoorden in een zin. 

Benoem het wwg in de volgende zin:

Mijn moeder kookt vaak spaghetti.

Benoem het wwg in de volgende zin:

Ik ben al de hele ochtend mijn sjaal aan het zoeken

Onderwerp (ond)

Wie of wat iets doet OF wat er gebeurt

Regel: Wie/wat + wwg

OF getalproef

Benoem het ond in de volgende zin:

In de vakantie gaan wij skiën in de Alpen.

1. gaan
2. wij
3. gaan skiën
4. in de Alpen