1.2.11. AFP Week 51 les 1

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 11
Leerjaar 1
Periode 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 11
Leerjaar 1
Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Rapid 
  2. Vorige les
  3. Theorie hypertensie
  4.  Opdracht medicatie hypertensie
  5. Afsluiten en huiswerk (5 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er aangegeven met nummer 4?
A
Vena cava superior
B
Vena cava inferior
C
Aorta
D
Arteria pulmonalis

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt de sinusknoop?
A
In de rechter kamer
B
In de rechter boezem
C
In de linker kamer
D
In de linker boezem

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er aangegeven met nummer 9?
A
Linker kamer
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Rechter boezem

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slagaderen bevatten bijna altijd
A
Zuurstofarm bloed
B
Zuurstofrijk bloed
C
Afvalstoffen
D
Kleppen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de sinusknoop gaat de prikkel van het hart naar de...
A
Bundel van His
B
Aorta
C
AV-knoop
D
Purkinjevezels

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vene
Arterie
Dunne wand
Afvalstoffen
Dikke elastische wand
Kleppen
Zuurstofarm bloed
Geen kleppen
Zuurstofrijk bloed

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoeveelheid bloed die het hart per minuut in de aorta pompt, noemen we...
A
De hartfrequentie
B
De bloeddruk
C
Het slagvolume
D
Het hartminuutvolume

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Latijnse term voor longader is
A
Vena cava superior
B
Arteria pulmonalis
C
Vena cava inferior
D
Vena pulmonalis

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er aangegeven met nummer 7?
A
De mitralisklep
B
De tricuspidalisklep
C
De aortaklep
D
De pulmonaalklep

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De binnenste laag van het hart noemen we
A
Het pericard
B
Het epicard
C
Het myocard
D
Het endocard

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Korte herhaling van bouw en werking van het hart
Vorige les
Hoe ontstaat atherosclerose?
Welke risicofactoren spelen een rol bij slagaderverkalking?
Wat zijn de gevolgen van atherosclerose?
Wat kun je doen om slagaderverkalking te voorkomen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedsomloop en Bloeddruk
Bloedsomloop: Circulatie
  • Systole: hart pompt bloed in aorta (hart trekt samen)
  • Diastole: nieuw bloed stroomt in hart (hart ontspant)

Bloeddruk: Combinatie van systole en diastole
  • Systole: bovendruk
  • Diastole: onderdruk

Slide 15 - Tekstslide

Bloeddruk is de kracht waarmee het hart het bloed in de vaten pompt
Bloeddruk
'Normale' bloeddruk (tensie): 120/80 (120 over 80)
  • Systole: 120
  • Diastole: 80

Hoge bloeddruk (hypertensie): > 140/90 (140 over 90)
  • Systole: hoger dan 140
  • Diastole: hoger dan 90

Slide 16 - Tekstslide

Normale bloeddruk is relatief: de bloeddruk verandert gedurende de dag en met de activiteiten die je doet
Hypertensie
Hypertensie: Te hoge bloeddruk
  • 1 op de 4 Nederlanders
  • Risicofactor hart- en vaatziekten (zelf geen ziekte)

Langdurige hoge bloeddruk kan de wanden van slagaderen beschadigen. Wat gebeurde er dan ook alweer?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten hypertensie
Essentiële hypertensie:
  • Meest voorkomende vorm (90-95%)
  • Geen duidelijke oorzaak bekend (erfelijk)

Secundaire hypertensie: 
  • Oorzaak bekend: meestal onderliggende aandoening
  • Eten van veel zoute drop/ nierproblemen/ zwangerschap

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Hypertensie wordt vaak pas in een laat stadium opgemerkt:
  • Geeft in een vroeg stadium geen klachten

Adviezen:
  • Let op voeding  
  • Stop met roken, verminder stress
  • Beweeg voldoende en val eventueel af (BMI)
  • Gebruik zo nodig medicatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke waarden (in getallen uitgedrukt) spreken we van hypertensie? 

Slide 20 - Tekstslide

Hoge bloeddruk (hypertensie): > 140/90 (140 over 90)
Systole: hoger dan 140
Diastole: hoger dan 90
Stelling 1: Bij secundaire hypertensie is de oorzaak duidelijk en bij essentiële niet.
Stelling 2: Hypertensie is een gevaarlijke ziekte.
A
stelling 1 en 2 zijn juist
B
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
D
stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen Hypertensie
Diuretica/plastabletten: 
  • Zorgt voor vermindering van bloedvolume
  • Bijwerking: orthostatische hypotensie (plotselinge bloeddruk daling)

Bètablokkers: Bij angina pectoris, hypertensie en hartritmestoornissen
  • Verlagen hartfrequentie en weerstand van bloedvaten
  • Bijwerkingen: koude handen/voeten, orthostatische hypotensie, moeheid

Slide 22 - Tekstslide

Studenten hoeven alleen nu nog de groepen te leren zie H.7.5 Geneesmiddelenkennis. Bijbehorende middelen volgt in deel 2. 
Medicijnen Hypertensie (2)
Calciumantagonisten: 
  • Minder samentrekking hart- en bloedvatspiercellen
  • Minder sterke samentrekking hart en lagere bloeddruk
  • Bijwerkingen: hoofdpijn, oedeem, rood gezicht, orthostatische hypotensie
ACE-remmers: 
  • Werkt via de nieren: minder bloedvolume en meer verwijding bloedvaten
  • Bijwerking: prikkelhoest

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak de opdracht Medicatie hypertensie (Zie Cumlaude week 51)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen: Eigen spreekuur blz. 38-56 (2.9.4 en 2.15 hoeven niet!)
Leren: Eigen spreekuur blz. 29-37
Begin alvast aan een samenvatting en begin alvast met leren!
boek: eigen spreekuur en chronisch zieken mee!

Expert collega: zorg dat je nu in ieder geval 2-3 modules af hebt!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies