C5 Hartritmestoornis

Welke hartmedicatie ken je?
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
C5 tweede jaarsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke hartmedicatie ken je?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • De werking van diverse categorieën medicatie voor hart- en vaatziekten benoemen, zoals diuretica, bètablokkers, nitraten, hartglycosiden, en anti-aritmica.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartmedicatie
Welke categorieën hartmedicatie zijn er?
  • Diuretica: hartfalen, hypertensie
  • Nitraten: angina pectoris
  • Bètablokkers: angina pectoris, hypertensie, hartritmestoornissen
  • Hartglycosiden: hartfalen, hartritmestoornissen
  • Anti-aritmica: hartritmestoornissen
  • ACE-remmers: hartfalen, hypertensie

Slide 3 - Tekstslide

Diabetes = suikerziekte. De glucose stofwisseling is verstoord. Diabetes is een risico factor voor hart- en vaatziekten omdat de aterio sclerose sneller gaat dan bij mensen zonder diabetes.

Hoge concentraties bloedglucose versnellen de vorming van stuggere vaatwanden. Hierdoor ontstaan er sneller scheurtjes en blijft de plaque hangen.

Diuretica vermindert druk op de vaten door meer uitstroom – minder belasting hart en vaten, men wil de kans zoveel mogelijk verkleinen dat de vaten slechte delen/ scheuren gaan vertonen.

Medicatie
Hartglycosiden: Bij ritmestoornissen en hartfalen
  • Verbetert de pompkracht van het hart en daardoor
rustige en regelmatige hartslag.
  • Bijwerkingen: Hoofdpijn, diarree, overdosering
(Smalle therapeutische breedte) Wat betekent dit?
  • Voorbeeld: Digoxine

Slide 4 - Tekstslide

Kans op overdosering
Hartglycosiden worden door de nieren uitgescheiden. Bij oudere mensen neemt de nierfunctie af, waardoor de risico’s dan extra groot zijn.
De giftigheid van digoxine neemt toe in combinatie met bepaalde plasmiddelen. De meeste plaspillen verlagen namelijk de hoeveelheid kalium in het bloed. Een tekort aan kalium maakt de hartspier extra gevoelig voor digoxine. (gevaar voor overdosering) met als klachten hoofdpijn en diarree. (Bij deze klachten en gebruik digoxine: altijd HA contact)

Medicatie
Nitraten: Bij angina pectoris
  • Hebben een vaatverwijdende werking
  • Voorbeelden:
    Sublinguaal,  spray in de mond  en tabletten (isosorbidenitraat)/ spray of pleister (Nitroglycerine) 
  • Bijwerkingen: Rood gezicht, hoofdpijn, orthostatische hypotensie. Wat betekent dit?

Slide 5 - Tekstslide

Nitroglycerine kan mbv pleisters via de huid worden toegediend. De pleisters bevatten nitroglycerine die in kleine doses wordt afgegeven. Een probleem is dat het lichaam went aan de nitraten. Daarom wordt om gewenning tegen te gaan aangeraden om in de nacht (minder kans op aanval) geen pleister te gebruiken.
Bij een onderhoudsbehandeling wordt om bovenstaande reden aangeraden om de laatste dagdosis vlak na avondeten te nemen en dan de pleister te verwijderen.
Bijwerkingen: hoofdpijn, rood gezicht, orthostatische hypotensie (kortdurend duizelig bij overeind komen)

Medicatie
Diuretica/plastabletten: Bij hartfalen en hypertensie
  • Zorgt voor vermindering van bloedvolume
  • Bijwerking: orthostatische hypotensie
  • Voorbeelden: furosemide,  
    hydrochloorthiazide, chloortalidon 



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie
Bètablokkers: Bij angina pectoris, hypertensie en hartritmestoornissen
  • Verlagen hartfrequentie en weerstand van bloedvaten
  • Bijwerkingen: koude handen/voeten, orthostatische hypotensie, moeheid
  • Voorbeelden: atenolol 
     metoprolol

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie
ACE-remmers: Bij hartfalen en hypertensie
  • Werkt via de nieren: minder bloedvolume en meer verwijding bloedvaten
  • Bijwerking: prikkelhoest
  • Voorbeelden: Enalapril, Captopril en Lisinopril

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving hartmedicatie
Onthoud de volgende ezelsbruggetjes:
  • Nitraten: bevat nitro-/nitraat
  • Bètablokkers: -lol
  • ACE-remmers: -pril

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartmedicatie 
Anti-aritmica: Valsartan (Amiodaron)
  • Vaak in combinatie met antistolling
  • Laat hart langzamer en regelmatiger kloppen
  • Zijn NIET in staat om de oorzaak weg te nemen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies