Hoofdstuk 9 les 4

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bij bloedarmoede heb je te weinig hemoglobine in je bloed. Waarom is de aanvoer van zuurstof wel een probleem maar de afvoer van CO2 niet?
A
Omdat er meer O2 nodig is, en minder CO2 geproduceerd wordt
B
Omdat er per molecuul hemoglobine meer CO2 gebonden kan worden dan O2
C
Omdat O2 slecht oplosbaar is in water, en CO2 juist goed (vormt HCO3-)
D
Omdat O2 een kleiner molecuul is dan CO2

Slide 5 - Quizvraag

hemoglobine
kan 4 zuurstof moleculen binden
oxyhemoglobine   Hb(O2)4
De sterkte van de binding van O2 aan hemoglobine hangt af van -de zuurstofconcentratie
-de koolstofdioxideconcentratie
-de temperatuur

binas 76H2

Slide 6 - Tekstslide

Bohr-effect
  • Actief weefsel lagere pO2, dus minder zuurstofverzadiging Hb
  • Actief weefsel hogere pCO2, lagere pH, meer zuurstofmoleculen komen vrij
  • Hoge temperatuur zorgt ervoor dat er meer zuurstof vrijkomt uit oxyhemoglobine

Slide 7 - Tekstslide

pCO2
Bij een hogere CO2 concentratie verschuift de curve naar rechts.
Bij meer CO2 wordt makkelijker zuurstof afgegeven.

Slide 8 - Tekstslide

Welke BINAS tabel?
Altijd 83D
Welk diagram en curve hangt af van de gegeven informatie.

Lees het O2 verzadigingspercentage van Hb af (%)
a) T=37C,  pO2= 6
b) pCO2=5,3 kPa, pO2=8 kPa
c) pH=7,2, pO2 = 2kPa

Slide 9 - Tekstslide

Het Bohr effect
In beenspieren van een mens heersen de volgende omstandigheden:
- in rust: pO2 = 5,0 kPa, pCO2 = 5,3 kPa
- in actie: pO2 = 3,0 kPa, pCO2 = 8,0 kPa
In de haarvaten van deze spieren komt bloed binnen waarvan de pO2 = 14 kPa en de pCO2 = 2,7 kPa. 
Bereken hoeveel ml O2 per 100 mL bloed in actie meer wordt afgegeven door het Bohr effect dan in rust.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag (BINAS)
Bij zware inspanning kan de pH van het bloed dalen (door melkzuurproductie). Door verandering van de Hb-verzadigingscurve wordt bij eenzelfde zuurstofspanning in de weefsels nu meer zuurstof afgegeven, het Bohr-effect.
Het bloed vervoert bij 100 % verzadiging 200 ml O2 per liter bloed. Stel dat in de beenspier met pO2 40 mmHg de pH daalt van 7,6 naar 7,2 door de geproduceerde melkzuren.
Hoeveel ml zuurstof wordt er nu in de beenspier per liter bloed extra afgegeven?

Slide 11 - Tekstslide

Bij zware inspanning kan de pH van het bloed dalen (door melkzuurproductie). Door verandering van de Hb-verzadigingscurve wordt bij eenzelfde zuurstofspanning in de weefsels nu meer zuurstof afgegeven, het Bohr-effect.
Het bloed vervoert bij 100 % verzadiging 200 ml O2 per liter bloed. Stel dat in de beenspier met pO2 40 mmHg de pH daalt van 7,6 naar 7,2 door de geproduceerde melkzuren.
Hoeveel ml zuurstof wordt er nu in de beenspier per liter bloed extra afgegeven?
A
37,5 ml O2/liter bloed
B
75 ml O2/liter bloed
C
123-125 ml O2/liter bloed
D
Geen idee

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

De bekende BINAS plaatjes: wat betekent het dat de lijn van myoglobine (soort hemoglobine in de spier) zo ver naar links ligt?
A
Myglobine bindt sterker aan O2 dan hemoglobine
B
Myoglobine bindt zwakker aan O2 dan hemoglobine
C
Myoglobine bindt alleen aan O2 bij lage pO2
D
Myoglobine bindt alleen aan O2 bij hoge pO2

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video