Verkoopkanalen

Verkoopkanalen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
HVKMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verkoopkanalen

Slide 1 - Tekstslide

Verkoopkanaal
Het verspreiden van artikelen naar klanten kan via verschillende kanalen. Met een verkoopkanaal bedoelen we: 
het verkooppunt

Voorbeelden: supermarkt, speciaalmarkt, warenhuis, hypermarkt,  webshop, markt

Slide 2 - Tekstslide

Supermarkt
  • Verkoopt food en non-food
  • steeds vaker: zelfbediening met een zelfscankassa 

Slide 3 - Tekstslide

Niet alleen supermarkten hebben zelfscan maar ook andere winkels. Welke ken je?

Slide 4 - Open vraag

Speciaalzaak
Verkoopt producten uit 1 artikelgroep
Gespecialiseerd in een bepaalde producten
In de meeste speciaalzaken kan de klant zichzelf bedienen. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke winkels met alleen bediening ken je?

Slide 6 - Open vraag

Warenhuis
Een warenhuis is een grote winkel met verschillende artikelen. Je kunt er bijv. speelgoed, kleding, schrijfwaren, eten kopen.

Slide 7 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een warenhuis

Slide 8 - Open vraag

Er zijn ook kleinwarenhuizen.
Een voorbeeld hiervan is
A
HEMA
B
Mediamarkt
C
Albert Heijn

Slide 9 - Quizvraag

Hypermarkt
  • Bestaat vooral in Frankrijk of België. Het is een warenhuisachtige supermarkt.
  • Breed assortiment food en non food: veel verschillende soorten producten
  • Diep assortiment: veel keuze uit 1 artikelgroep bijv. veel soorten brood.

Slide 10 - Tekstslide

Webshop
De producten worden thuisbezorgd of afgehaald. 
Het afhaalpunt kan een fysieke winkel zijn.
Betalen kan bijv. met IDEAL, Afterpay, creditcard 

Slide 11 - Tekstslide

Ambulante handel 
Is een handel die zich verplaatst zoals de markt.

Slide 12 - Tekstslide

Monochannel
  • Consument kan maar via 1 kanaal kopen. 
  • Denk aan de een traditionele winkel in de winkelstraat.

Slide 13 - Tekstslide

Noem een winkel waar je maar via 1 kanaal kunt kopen

Slide 14 - Open vraag

Multichannel
Klanten kunnen via meerdere kanalen producten kopen.
Bijv online en in een winkel.  De winkel en online zijn niet op elkaar afgestemd.

Slide 15 - Tekstslide

Deze winkel maakt gebruikt van multichannel
A
Kringloopwinkel
B
Action

Slide 16 - Quizvraag

Croschannel
Een consument kan via meerdere verkoopkanalen producten kopen. De consument kan kiezen om artikelen online te bestellen maar fysiek af te halen. Denk aan Hema of Ikea.

Slide 17 - Tekstslide

Omnichannel
Verkoopkanalen lopen door elkaar. De consument kan bij aankoop verschillende kanalen door elkaar gebruiken. De klant kan bijv. online voorraad bekijken van een filiaal naar keuze.
Hij kan het artikel online reserveren en in de winkel afhalen. 

Slide 18 - Tekstslide

Sommige winkels hebben een BUZ systeem. De klant weegt zijn producten zelf af en scant de producten bij de kassa zelf. Noem een winkel waar dit kan.

Slide 19 - Open vraag

Noem een winkel met zelfbediening

Slide 20 - Open vraag

Semi-zelfbediening: de klant wordt bij bepaalde producten geholpen en bij andere niet. Noem een winkel waarbij dit zo is.

Slide 21 - Open vraag