NE Spelling blok 4 TK1c: G, gg of ch

Doel
Vandaag herhalen we nog een keer de meervouden van zelfstandige naamwoorden
Aan het einde van deze dagtaak weet je hoe je woorden met een g-klank moet spellen. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Doel
Vandaag herhalen we nog een keer de meervouden van zelfstandige naamwoorden
Aan het einde van deze dagtaak weet je hoe je woorden met een g-klank moet spellen. 

Slide 1 - Tekstslide

Een zelfstandig naamwoord waarvan het enkelvoud eindigt op een -s hoef je nooit in een -z te veranderen bij meervoud.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitspraak hoort niet bij een
zelfstandig naamwoord?
A
heeft meestal een enkelvoud en een meervoud
B
zegt iets over wat iemand doet
C
kan vaak groot of klein gemaakt worden
D
wordt vaak met een lidwoord geschreven

Slide 3 - Quizvraag

Wat is goed?
A
geintjes
B
geintje's

Slide 4 - Quizvraag

1. Je kunt elk zelfstandig naamwoord in het meervoud zetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

G, gg of ch
Bij woorden met een g-klank hoor je niet altijd hoe ze moet spellen.
Dit zijn weet-woorden. Je moet ze uit je hoofd leren. 

Slide 6 - Tekstslide

Licht  of ligt ? 

Slide 7 - Tekstslide

maak opdracht 25 bladzijde 182 uit je boek en type je antwoorden hieronder of maak een foto van je schrift en upload de foto hieronder

Slide 8 - Open vraag

nakijken
in de volgende slides kun je je werk van dinsdag nakijken: 
opdrachten 16, 17, 19, 20 en 21 vanaf pagina 175 in je boek.
Doe dat: dan weet je wat er goed is gegaan en wat niet. Je kunt altijd nog stukken herhalen en de link van lesson up weer openen. En als je het echt niet snapt: stuur me een bericht met wat je niet snapt, dan kan ik het altijd nog uitleggen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

wat ging er goed?

Slide 13 - Open vraag

wat ging er minder goed?

Slide 14 - Open vraag