Observeren en rapporteren

Observeren en  Rapporteren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorggerelateerde vakkenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Observeren en  Rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EIndopdracht Observeren en Rapporteren: 
een individueel verslag van een observatie 

Het verslag bestaat uit de volgende onderdelen:
• Voorblad
• Inleiding
• Casus
• Observatieplan
• Observatieresultaten
• Rapportage
• Reflectieverslag


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:
Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:
* Waarnemen
*Observeren
*Signaleren
* Interpreteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waarnemen?

Slide 4 - Open vraag

Waarnemen:
Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
Onbewust, de hele dag, elk moment
Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen
Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke zintuigen kan je waarnemen en informatie verzamelen

Slide 6 - Open vraag

Tastzin
Gezichtsvermogen
Gehoor
Reuk 
Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand ziet erg rood. Welk zintuig kan je inzetten om te bepalen wat de temperatuur van de huid is
A
Gezichtsvermogen
B
Gehoor
C
Tastzin
D
Reuk

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 9 - Open vraag

Observeren is het doelbewust gebruik maken van je zintuigen om informatie te verzamelen over de zorgvrager.
Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En hier?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager. 
  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot eventuele acties.
  • De stap na signaleren = rapporteren

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief: 

Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Meneer zegt dat hij zich niet goed voelt. Hij heeft buikpijn en hoofdpijn

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectief: 
De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Meneer heeft koorts (39.4 ) Hij heeft vandaag niet gegeten en alleen wat water gedronken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpretatie: 
Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Meneer heeft vermoedelijk een griepvirus opgelopen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpreteren
Interpreteren – betekenis geven aan de informatie die je waargenomen en/of gesignaleerd hebt.
Gekleurd door jouw eigen bril.
Na het interpreteren, handel je naar wat je geïnterpreteerd hebt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
In twee- of drietallen:

Ga ergens in het gebouw zitten, waar je iemand of een groepje mensen kunt observeren.
Observatiedoel: weten wat de persoon of het groepje aan het doen is.
Schrijf ongeveer 5 minuten lang op wat je observeert.
Kom terug naar het lokaal.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Wat deed de persoon of het groepje?

Wat is objectief? 
Wat is subjectief? 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies