Expeditie Aardrijkskunde les 4

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Expeditie aardrijkskunde
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Expeditie aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les

Aan het einde van de les: 
-Kan je uitleggen waarvoor je een atlas kan gebruiken 
-Kan je verschillende soorten kaarten opnoemen 
-Kan je uitleggen hoe je een kaart moet lezen 

Criteria: 
  •  Je geeft het verschil aan tussen overzichtskaarten en thematische kaarten. 
  •  Je benoemt de vier elementen die nodig zijn om kaart te lezen. 
  • Je vindt kaarten en informatie op de juiste manier in de atlas.  






     










Slide 2 - Tekstslide

Noem een natuurlijk verschijnsel

Slide 3 - Open vraag

Noem 2 soorten aardrijkskundige vragen

Slide 4 - Open vraag

Wat hoort er bij sociale geografie
A
Weiland
B
Wegen
C
Oerwoud
D
Bergen

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor
soort kaart is dit?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen

Aan het einde van de les:
-Kan je uitleggen wat schaalniveau betekend en ken je de verschillende schoolniveaus

Criteria:
  • Je benoemt de vijf schaalniveaus.
  • Je toont aan dat je kunt wisselen tussen de verschillende schaalniveaus. 
  • Je kan het begrip inzoomen en uitzoomen uitleggen

















Slide 7 - Tekstslide

Schaalniveau

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?

Schaalniveau = Hoe groot het gebied is dat je bestudeert. 

Door inzoomen en uitzoomen verander je van schaalniveau.
Inzoomen = Je bekijkt een gebied van dichterbij.
Uitzoomen = Je gaat van een klein gebied naar een groter gebied.


Slide 9 - Tekstslide


Als je van A naar B naar C naar D gaat ben je aan het ...
A
inzoomen
B
uitzoomen

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Er zijn 5 schaalniveaus:
Wisselen van schaalniveau:               Schaalniveau:                                     Gebied:

Slide 11 - Tekstslide

Welk schaalniveau
zie je hier?
A
lokaal
B
regionaal
C
nationaal
D
continentaal

Slide 12 - Quizvraag

Welk schaalniveau
zie je hier?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal

Slide 13 - Quizvraag

Welk schaalniveau
zie je hier?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal

Slide 14 - Quizvraag

Zet je kaart lokaal niveau

Slide 15 - Open vraag

Zet je kaart op regionaal niveau

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen

Aan het einde van de les:
-Kan je uitleggen wat schaalniveau betekend en ken je de verschillende schoolniveaus

Criteria:
  • Je benoemt de vijf schaalniveaus.
  • Je toont aan dat je kunt wisselen tussen de verschillende schaalniveaus. 
  • Je kan het begrip inzoomen en uitzoomen uitleggen

















Slide 17 - Tekstslide

Portal
-Wat zijn de verschillende schaalniveaus?
-Wat bedoelen we met inzoomen en uitzoomen?
-Oefenen met de begrippen 










Slide 18 - Tekstslide

Missie
Missie inleverdatum: 10 mei
Tussenbeoordeling: Mini toets do 22/04 of vrij 23/04

Slide 19 - Tekstslide