Lidwoorden en meervoud in het Engels

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1-3

Welcome 2 juni 2021

TODAY'S LESSON

• Lidwoorden   
• Meervoud in het Engels

Articles - lidwoorden

Articles

Lidwoorden

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the. 

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an. 

Lidwoord a/an/the

 een ..........: a / an

de / het ..........: the

een tafel - a table           een ei - an egg

de tafel - the table          het ei - the egg

 

Lidwoord a/an

a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle

a car                  a door               a room

 

Lidwoord a/an

an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer

an apple            an Englishman          an answer

 

Let op!

De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hem hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of -h -> dan gebruik je a.

 

Voorbeelden

je schrijft de medeklinker wel maar hoort hem niet

• an hour  (je hoort our) = een uur
• an honor (je hoort onour) = de eer
• a university (je hoort juniversity) = de universiteit
• a uniform (je hoort juniform) = het uniform
• a European (je hoort jeuropean) = de Europeaan

a of an?
..... banana

1. a
2. an

a of an?
.... artwork

1. a
2. an

a of an?
..... house

1. a
2. an

a of an?
.... apple

1. a
2. an

a of an?
.... uniform

1. a
2. an

a of an?
.... university

1. a
2. an

Meervoud

De verschillende regels in het Engels

Hoe maak je meervouden in het Engels?

De algemene regel is:

Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.

one boy --> two boys

one apple --> three apples

one house --> four houses

one chair --> six chairs

Onthoud: nooit 's! 

Woorden die eindigen op een s-klank

Eindigt woord op -s, -ss, -sh, -tch, -x --> meervoud wordt -es

one bus --> two buses 

one business --> two businesses

one wish --> two wishes

one witch --> two witches

one box --> two boxes 

Woorden die eindigen op een o-klank

Eindigt woord op een medeklinker + o --> meervoud wordt -es

one potato --> two potatoes

one hero --> two heroes

one tomato --> two tomatoes

Maar let op:
one piano --> two pianos

one photo --> two photos 

Woorden die eindigen op een o-klank

Eindigt woord op een klinker + o --> meervoud wordt -s

one radio --> two radios

one zoo --> two zoos

one video --> two videos

one duo --> two duos

Woorden die eindigen op f(e)

3. Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves

one knife --> two knives

one life --> two lives

one calf --> ten calves

Maar let op:

one roof --> two roofs
one cliff --> two cliffs

Woorden die eindigen op medeklinker+y

Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies

one baby --> two babies

one hobby --> two hobbies

one story --> three stories

Woorden die eindigen op klinker+y

Eindigt het woord op klinker+ y--> meervoud wordt -s

one boy --> two boys

one toy --> two toys

one key --> three keys

Onregelmatige woorden:

De volgende woorden veranderen niet in het meervoud!!!!

one sheep --> two sheep

one fish --> two fish

De volgende woorden staan altijd in het meervoud!!!!!

glasses (bril)

scissors 

troussers

Onregelmatige woorden:

De volgende woorden veranderen in spelling in het meervoud!!!

one man --> two men

one woman --> two women

one child --> two children

one mouse --> two mice

one foot --> two feet

 

Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels

1. Er een 's achter zetten
2. Er een -s achter zetten
3. Niks, alle woorden zijn meervoud
4. A, B en C zijn goed.

Wat is het meervoud van girl?

1. Girl's
2. Girl
3. Girls
4. A,B,C zijn goed

Wat is het meervoud van knife

1. Knifes
2. Knive
3. two pairs of knife
4. Knives

Wat is het meepervoud van sheep

1. Sheep's
2. Sheeps
3. Sheep
4. A, B en C zijn goed

Wat is het meervoud van bus?

1. Buses
2. Busses
3. Bus
4. Bussen

Wat is het meervoud van man?

1. Mans
2. Man's
3. Man
4. Men

Wat is het meervoud van shorts

1. short
2. shorts
3. short's
4. shorten

Wat is het enkelvoud van women

1. woman
2. women
3. women's
4. womans

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

Is this cup ...

1. your
2. yours

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

The coffee is ...

1. mine
2. my

We gave him the money and he gave .......... (we) the candy.

1. him
2. them
3. her
4. us

Susan and Mike are twins.
____ birthday is in May

1. they
2. their
3. her
4. his

She has a book.
It is ___ book.

1. her
2. his
3. she
4. its

We are called Smith.
____ last name is Smith.

1. we
2. us
3. your
4. our

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

ieeew there is a hair in my food!
It's dark so it must be ... !

1. his
2. hiss

That's it for today