Maandag 19 juni 2023

Voorlezen 
Toon Tellegen leest voor uit zijn boek (03:18):
Het vertrek van de mier
https://www.youtube.com/watch?v=f-3KZxSuHjE&pp=ygUXaGV0IHZlcnRyZWsgdmFuIGRlIG1pZXI%3D


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorlezen 
Toon Tellegen leest voor uit zijn boek (03:18):
Het vertrek van de mier
https://www.youtube.com/watch?v=f-3KZxSuHjE&pp=ygUXaGV0IHZlcnRyZWsgdmFuIGRlIG1pZXI%3D


Slide 1 - Tekstslide

In een tweetal woorden(kaart) oefenen
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Ik kan de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een verwijswoord?

Slide 4 - Open vraag

Verwijswoorden naar zaken en voorwerpen                 terugwijzen of aanwijzen


die, deze, dat, dit
Woorden met het als lidwoord, verwijzen met dat of dit.
Woorden met de als lidwoord, verwijzen met die of deze.
Voorbeelden:
De jongen die gisteren van zijn skateboard viel.
Het dier dat door de dierenarts werd geopereerd.
Dit boek ligt voor mij, maar dat boek staat in de mediatheek.
Deze ventilator kies ik, omdat die airco meer stroom verbruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Deze en die zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
de-woorden
B
het-woorden

Slide 7 - Quizvraag

Een verwijswoord is een woord ...
A
dat verwijst naar een ander woord
B
dat verwijst naar een groepje woorden
C
dat verwijst naar een zin
D
alle antwoorden zijn mogelijk

Slide 8 - Quizvraag

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit, die
B
die, deze
C
deze, dat
D
dit, dat

Slide 9 - Quizvraag

Wat is hier géén verwijswoord ?
A
de
B
deze
C
die
D
dat

Slide 10 - Quizvraag

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 11 - Quizvraag

Ik ken de verwijswoorden die, dat, deze en dit.
En ik kan de verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
A
Ik kan het
B
Ik moet nog leren, maar het komt goed
C
Ik weet het niet
D
Ik kan het anderen uitleggen

Slide 12 - Quizvraag

"De mier, dat ben ik"
(komt uit het boek van Toon Tellegen).
Is dit goed of fout?
A
De verwijs je met dat
B
De verwijs je met dit
C
De verwijs je met die
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag: opdrachten 1 t/m 6
Leerdoel: Ik kan de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.
Cursus 6  Formuleren  § 2 Verwijswoorden
Boek: Bladzijde 210-211

Slide 14 - Tekstslide