Paragraaf 1.12 woordenschat

Paragraaf 1.12
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISKMiddelbare school

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.12

Slide 1 - Tekstslide

drukken op
  • Betekenis: met je vinger op iets duwen
  • Vervoeging: druk, drukt, drukken op, drukte(n) op, hebben gedrukt op
  • Voorbeeldzin A1: Ik druk op de knop.
  • Voorbeeldzin A2: Hij heeft op de verkeerde knop gedrukt.

Slide 2 - Tekstslide

de knop
  • Betekenis: klein deel om iets aan of uit te zetten
  • Meervoud: de knoppen
  • Voorbeeldzin A1: Druk op de knop rechtsboven. 
  • Voorbeeldzin A2: De lift heeft vier knoppen.

Slide 3 - Tekstslide

opladen
  • Betekenis: energie geven aan iets 
  • Vervoeging: laad op, laadt op, laden op, laadde(n) op, hebben opgeladen
  • Voorbeeldzin A1: Ik laad mijn telefoon op.
  • Voorbeeldzin A2: Zij heeft haar OV-chipkaart opgeladen met 50 euro.

Slide 4 - Tekstslide

de kaart
  • Betekenis: plastic pas om te betalen
  • Meervoud: de kaarten
  • Voorbeeldzin A1: Ik betaal met mijn ov-kaart.
  • Voorbeeldzin A2: Ik heb twee kaarten in mijn portemonnee.

Slide 5 - Tekstslide

de manier
  • Betekenis: hoe je iets doet
  • Meervoud: de manieren
  • Voorbeeldzin A1: Dit is de goede manier.
  • Voorbeeldzin A2: Er zijn veel manieren om te betalen.

Slide 6 - Tekstslide

houden voor
  • Betekenis: iets voor iets anders houden 
  • Vervoeging: houd, houdt, houden voor, hield(en) voor, hebben gehouden voor
  • Voorbeeldzin A1: Hij houdt de kaart voor het scherm.
  • Voorbeeldzin A2: Hij hield de kaart voor de kaartlezer. 

Slide 7 - Tekstslide

het scherm
  • Meervoud: de schermen
  • Betekenis: het deel van een apparaat waar je op kijkt
  • Voorbeeldzin: Op het scherm zie ik hoeveel saldo ik nog heb.


Slide 8 - Tekstslide

minimaal
  • Betekenis: niet minder dan, het kleinste bedrag of aantal
  • Voorbeeldzin: Je moet minimaal 5 euro op je kaart zetten.
  • tegenstelling: maximaal 

Slide 9 - Tekstslide

veilig
  • Betekenis: zonder gevaar, goed beschermd
  • Voorbeeldzin: Het is veilig om te betalen bij de automaat.
  • Ik betaal op een veilige manier 
  • Vergelijking: veilig – veiliger – het veiligst
  • tegenstelling: onveilig

Slide 10 - Tekstslide

vervolgens
Betekenis: daarna, als volgende stap
Voorbeeldzin: Toets eerst het bedrag in, vervolgens je pincode.

eerst, vervolgens, daarna , ten slotte

Slide 11 - Tekstslide

ten slotte
Betekenis: als laatste stap
Voorbeeldzin: Ten slotte druk je op ‘OK’.

eerst, vervolgens, daarna , ten slotte

Slide 12 - Tekstslide

stoppen in
Betekenis: iets ergens in doen
Voorbeeldzin: Stop je pinpas in de automaat.
Vervoeging: stop, stopt, stoppen in – stopte(n) in – hebben gestopt in


Slide 13 - Tekstslide

de vertraging
Betekenis: later dan gepland
Voorbeeldzin: De trein heeft vertraging, dus ik kom te laat.

Slide 14 - Tekstslide