Er zijn drie verschillende vormen zelfstandige naamwoorden in het Duits.
1) met lidwoord "der": Deze woorden zijn mannelijk (bijv: der Mann)
2) met lidwoord "die": Deze woorden zijn vrouwelijk (bijv: die Frau)
3) met lidwoord "das": Deze woorden zijn onzijdig (bijv: das Kind)
!BIJ MEERVOUD IS HET LIDWOORD ALTIJD "DIE"!
1) Mannelijk zijn: alle woorden die biologisch mannelijk zijn
- der Stier, der Mann, der Opa
2) Vrouwelijk zijn alle woorden die biologisch vrouwelijk zijn/ zaaknamen die eindigen op een -e:
- die Frau, die Kuh, die Oma / die Rose (de roos), die Schule (de school),
3) Onzijdig zijn de meeste woorden waarvan het lidwoord in NL "het" is
- het schaap - das Schaf; het kantoor - das Büro