Socio-emotionele ontwikkeling

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Lees aandachtig de theorie van Erikson en leg dit uit aan je buur

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf 2 vragen op over de leerstof

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Over welk begrip gaat het? angst als de hechtingsfiguur weggaat.
A
vreemdenangst
B
scheidingsangst

Slide 16 - Quizvraag

een eerste glimlach op 6 weken naar iedereen
A
eerste glimlach
B
sociale glimlach

Slide 17 - Quizvraag

Vanaf wanneer krijgt een baby vreemdenangst?

Slide 18 - Open vraag

Wat is er zo belangrijk bij een baby ( aangetoond door Harry harlow)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

3 hechtingstypes volgens Mary Ainsworth
  • Veilig hechtingstype
  • Afwerend hechtingstype
  • Vermijdend hechtingstype 

Slide 22 - Tekstslide

Veilig hechtingstype
  • Kind durft nieuwe taken aangaan, is zelfstandig.
  • Gezonde exploratiegedrag.
  • Angstig wanneer de ouder uit het zicht is.
  • Zoeken toenadering wanneer de ouder terugkomt.
  • Emotioneel evenwichtig en zelfzeker.


Slide 23 - Tekstslide

Afwerend hechtingstype
  • Heel veel toenadering bij opvoeder, vastklampen. 
  • Kunnen weinig zelfstandig. 
  • Heel veel angst bij afwezigheid opvoeder.
  • Wanneer opvoeder terugkomt is het kind boos.
  • Boos/paniek wanneer er iets misgaat.

Slide 24 - Tekstslide

Vermijdend hechtingstype
  • Kind negeert of vermijd de opvoeder.
  • Kind toont weinig emotie wanneer opvoeder weg gaat.
  • Kind houdt afstand en verstopt emotie.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Kind klampt zich vast, is heel angstig. Het kind is weinig zelfstandig en snel boos en in paniek.
A
Veilig hechtingstype
B
Afwerend hechtingstype
C
Vermijdend hechtingstype

Slide 27 - Quizvraag

Het kind toont weinig emotie wanneer opvoeder weggaat. Het kind negeert de opvoeder.
A
Veilig hechtingstype
B
Afwerend hechtingstype
C
Vermijdend hechtingstype

Slide 28 - Quizvraag

Welk gedrag vertoont het kind wanneer het veilig gehecht is? Geef 3 voorbeelden!

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Zelfstandig werk

Slide 35 - Tekstslide