GS 4T H1 par 1.1

Koning en Parlement
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Koning en Parlement

Slide 1 - Tekstslide

1.1 De machtsverhouding tussen koning en parlement vóór 1848..

Slide 2 - Tekstslide

Om er even in te komen
Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

In de Middeleeuwen hoorde Nederland bij het rijk van koning Filips II, de koning van ...
A
Oostenrijk
B
Frankrijk
C
Italië
D
Spanje

Slide 4 - Quizvraag

In 1566 kwam Nederland in opstand tegen Spanje onder leiding van
A
hertog Alva
B
Maarten Luther
C
Willem van Oranje
D
Jan Tromp

Slide 5 - Quizvraag

Tussen 1566 en 1794 werd ons land een wereldrijk, onder de naam
A
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
B
Koninkrijk der Nederlanden
C
Keizerrijk Holland
D
Hertogdom Gelre

Slide 6 - Quizvraag

In 1794 komt er een einde aan onze onafhankelijkheid, als we worden veroverd door ...
A
Spanje
B
Duitsland
C
België
D
Frankrijk

Slide 7 - Quizvraag

Nadat Frankrijk in 1813 wordt verslagen, wordt besloten dat Nederland...
A
weer een republiek wordt
B
een koninkrijk wordt samen met België en Luxemburg
C
een onderdeel blijft van het Franse Rijk
D
een onderdeel wordt van het Duitse Rijk

Slide 8 - Quizvraag

En nu wat nieuws

Slide 9 - Tekstslide

Meer dan 200 jaar was Nederland een republiek.


Een republiek is een land zonder koning.



Slide 10 - Tekstslide

In 1813 werd Nederland een monarchie.


Een monarchie is een land dat bestuurd wordt door een koning.

Slide 11 - Tekstslide

In 1815 werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd tot één land: Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Slide 12 - Tekstslide

Willem I werd de koning.

Slide 13 - Tekstslide

Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden kreeg een grondwet.


Een grondwet is een document waarin de grondrechten van burgers staan én de regels over het bestuur.

Slide 14 - Tekstslide

De grondwet van 1815 maakte van Nederland een constitutionele monarchie, dat betekent dat de macht van de koning is vastgelegd in een grondwet.

Slide 15 - Tekstslide

De grondwet van 1815 gaf de koning erg veel macht!

  • Ministers waren dienaren van de koning.
  • Leden van de Tweede Kamer werden gekozen door bestuurders van de provincie.
  • Leden van de Eerste Kamer werden benoemd door de koning.










Slide 16 - Tekstslide

In 1830 kwamen de Belgen in opstand. Na een korte oorlog werd België onafhankelijk.



Slide 17 - Tekstslide

Willem I wilde België terug krijgen en hield tien jaar lang een groot, duur leger op de been.


Het leger had enorm veel geld gekost, enkele parlementsleden wilden daarom de macht van de koning verkleinen.


Nederland dreigde namelijk failliet te gaan!

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer werd Nederland een monarchie?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer kreeg Nederland zijn eerste grondwet?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848

Slide 21 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Eerste Kamer?
A
De koning
B
De Tweede Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 22 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Tweede Kamer?
A
De koning
B
de Eerste Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer kwamen de Belgen in opstand?
A
1830
B
1839
C
1848
D
1850

Slide 24 - Quizvraag