Herhaling H5 + 9

Herhaling H5 + 9
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H5 + 9

Slide 1 - Tekstslide

onderwerpen
Lijnsymmetrie
Draaisymmetrie
Puntsymmetrie
Bijzondere driehoeken
Bijzondere vierhoeken
Verschillende hoeken

Slide 2 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Lijn die je kan trekken in een figuur waarbij er  twee dezelfde gespiegelde figuren ontstaan

Slide 3 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. 

Slide 4 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3.

Slide 5 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken

Slide 6 - Tekstslide

opgave
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken


Slide 7 - Tekstslide

onderwerpen
Lijnsymmetrie
Draaisymmetrie
Puntsymmetrie
Bijzondere driehoeken
Bijzondere vierhoeken
Verschillende hoeken

Slide 8 - Tekstslide

Draaisymmetrie

Slide 9 - Tekstslide

Draaisymmetrie

Slide 10 - Tekstslide

Draaisymmetrie
De kleinste draaihoek kan je berekenen door:
360: het aantal draaiingen. 

Slide 11 - Tekstslide

Draaisymmetrie
De kleinste draaihoek kan je berekenen door:
360: het aantal draaiingen. 

Dus in dit geval:
360:3=120 graden

Slide 12 - Tekstslide


DRAAISYMMETRIE
Wat is de kleinste draaihoek?
A
60°
B
90°
C
120°
D
180°

Slide 13 - Quizvraag

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?
A
Geen symmetrie.
B
Alleen lijnsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Geen symmetrie
D
Zowel lijn- als draaisymmetrie

Slide 15 - Quizvraag

onderwerpen
Lijnsymmetrie
Draaisymmetrie
Puntsymmetrie
Bijzondere driehoeken
Bijzondere vierhoeken
Verschillende hoeken

Slide 16 - Tekstslide

Puntsymmetrie
Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt


Slide 17 - Tekstslide

Puntsymmetrie
Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt
Centrum

Slide 18 - Tekstslide

Puntsymmetrie
Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt
Centrum
Altijd draaisymmetrisch over een hoek van 180º

Slide 19 - Tekstslide

Havo- Spiegelen in een punt
1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt
2. 

Slide 20 - Tekstslide

Havo- Spiegelen in een punt
1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) (en benoem deze)
3. 

Slide 21 - Tekstslide

Havo- Spiegelen in een punt
1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken

Slide 22 - Tekstslide

opgave

Slide 23 - Tekstslide

onderwerpen
Lijnsymmetrie
Draaisymmetrie
Puntsymmetrie
Bijzondere driehoeken
Bijzondere vierhoeken
Verschillende hoeken

Slide 24 - Tekstslide

Bijzondere driehoeken

Slide 25 - Tekstslide

De som van ALLE hoeken in een driehoek is gelijk aan...
A
...90 graden
B
...100 graden
C
...180graden
D
...360 graden

Slide 26 - Quizvraag

Een schets maken

Slide 27 - Tekstslide

Een schets maken

Slide 28 - Open vraag

onderwerpen
Lijnsymmetrie
Draaisymmetrie
Puntsymmetrie
Bijzondere driehoeken
Bijzondere vierhoeken
Verschillende hoeken

Slide 29 - Tekstslide

Vierhoeken, parallellogram

Slide 30 - Tekstslide

Bij een parallellogram :
A
Zijn de overstaande zijden gelijk
B
Zijn de hoeken aan hetzelfde been even groot
C
Staan de diagonalen loodrecht op elkaar
D
Zijn alle hoeken samen 180 graden.

Slide 31 - Quizvraag

Ruit
  • Eigenschappen parallellogram gelden ook voor een ruit
  • Diagonalen zijn symmetrieassen van de ruit
  • Diagonalen staan loodrecht op elkaar

Slide 32 - Tekstslide

Ruit

Slide 33 - Tekstslide


Van een ruit...
A
... is één diagonaal de symmetrieas
B
... zijn twee diagonalen de symmetrieassen

Slide 34 - Quizvraag

Ruiten:
A
de diagonalen staan loodrecht
B
de diagonalen staan niet loodrecht

Slide 35 - Quizvraag

onderwerpen
Lijnsymmetrie
Draaisymmetrie
Puntsymmetrie
Bijzondere driehoeken
Bijzondere vierhoeken
Verschillende hoeken

Slide 36 - Tekstslide

Verschillende hoeken.
Rechte hoek --> 90 graden
Gestrekte hoek --> 180 graden
Overstaande hoeken --> overstaande hoeken even groot.
Hoekensom driehoek --> hoeken samen 360 graden
Basishoeken --> beide hoeken even groot
F-hoeken --> binnenste hoeken even groot
Z-hoeken --> binnenste hoeken even groot

Slide 37 - Tekstslide

Een rechte hoek is 90°

Slide 38 - Tekstslide

De hoekensom in een driehoek is 180°

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

∠A1 en ∠C1 zijn Z-hoeken    

Slide 41 - Tekstslide

Driehoek PQR is een gelijkbenige driehoek

Slide 42 - Tekstslide

Overstaand
Overstaand
Overstaand
Overstaand

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Hoe groot is hoek B4?
A
Kun je niet weten
B
51 graden
C
360 graden
D
129 graden

Slide 46 - Quizvraag

Deze hoeken A noemen we ....
A
Z-hoeken
B
Zigzaghoeken
C
Tegenovergestelde hoeken
D
Dezelfde hoeken

Slide 47 - Quizvraag

De hoeken A noemen we...
A
Evenwijdige hoeken
B
Dezelfde hoeken
C
f-hoeken
D
Z-hoeken

Slide 48 - Quizvraag

rechthoekige driehoek ABC .
Hoek A is 35 graden
Hoe groot zijn de andere hoeken
A
100 en 45
B
90 en 55
C
80 en 65
D
110 en 35

Slide 49 - Quizvraag

Hoek T 1=39 °.
Bereken hoek R1

Slide 50 - Open vraag

Bereken hoek S1
A
40 graden
B
80 graden
C
140 graden
D
180 graden

Slide 51 - Quizvraag