1.havo spiegelen en puntsymmetrie

Welkom!
Leg je boeken en schriften open op de tafel
Pak je etui erbij.


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg je boeken en schriften open op de tafel
Pak je etui erbij.


Slide 1 - Tekstslide

Ready?
  • Is iedereen aanwezig?

  • Hebben jullie alles mee?

Slide 2 - Tekstslide

R: Ik weet wat spiegelen in een lijn of een punt is.






Ook weet ik wat puntsymmetrie is
T1: Ik kan een figuur spiegelen in een horizontale of
verticale lijn of in een punt. Ook kan ik puntsymmetrische figuren herkennen
T2: Ik kan een figuur spiegelen in een scheve lijn of zonder rooster. Ook kan ik beredeneren of een figuur puntsymmetrisch is
I: Ik kan onvolledige puntsymmetrische figuren
aftekenen









Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Herhaling / kort afmaken 1.5
Uitleg 1.hv
Aan de slag (?)
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

1.5 lijnsymmetrie
  • Lijnsymmetrisch: ?
  • de twee helften passen (bij dubbelvouwen) precies  elkaar.
  • Spiegelbeeld
  • Symmetrieas
  • Meerdere symmetrieassen? 

Slide 5 - Tekstslide

Lijnsymmetrisch figuur afmaken
0. Staat het figuur op een rooster? Tel de hokjes;
1. Teken de loodlijn vanuit elk hoekpunt tot de symmetrieas;
2. Meet de afstand van elk hoekpunt tot de symmetrieas; 
3. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt; 
4. Maak de figuur af.

Voorbeeld.

Slide 6 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.


Slide 7 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.


Slide 8 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.

Het Draaipunt


Slide 9 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.

Het Draaipunt


Slide 10 - Tekstslide

De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen


Slide 11 - Tekstslide

De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
1.

Slide 12 - Tekstslide

De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past
2.

Slide 13 - Tekstslide

De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past
2. 360º : stap 1 = 
Voorbeeld:

Slide 14 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn

Slide 15 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. 

Slide 16 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3.

Slide 17 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken

Slide 18 - Tekstslide

Havo - Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken

Voorbeeld

Slide 19 - Tekstslide

Havo- Spiegelen in een punt
1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt
2. 

Slide 20 - Tekstslide

Havo- Spiegelen in een punt
1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) (en benoem deze)
3. 

Slide 21 - Tekstslide

Havo- Spiegelen in een punt
1. Teken een lijn van elk hoekpunt door het punt
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (zelfde afstand) (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken

Slide 22 - Tekstslide

Puntsymmetrie
Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt


Slide 23 - Tekstslide

Puntsymmetrie
Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt
Centrum

Slide 24 - Tekstslide

Puntsymmetrie
Het figuur blijft gelijk wanneer je alle punten in één punt spiegelt
Centrum
Altijd draaisymmetrisch over een hoek van 180º

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag

Maak 1.hv: 113 t/m 117 + 119 + 120 + 122 + 123

Schrijf je vragen op

Denk aan het kritisch nakijken






Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 


Let op! De opdrachten zijn je eigen verantwoordelijkheid.

Slide 26 - Tekstslide

Vragen?

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen behaalt?
R: Ik weet wat spiegelen in een lijn of een punt is. Ook weet ik wat puntsymmetrie is
T1: Ik kan een figuur spiegelen in een horizontale of verticale lijn of in een punt. Ook kan ik puntsymmetrische figuren herkennen
T2: Ik kan een figuur spiegelen in een scheve lijn of zonder
rooster. Ik kan beredeneren of een figuur puntsymmetrisch is
I: Ik kan onvolledige puntsymmetrische figuren aftekenen









Slide 28 - Tekstslide

Hoe ging de les?


Wat ging goed?
Wat ging minder goed?
Hoe gaan we dit verbeteren?

Slide 29 - Tekstslide