Afrikaanse taalquiz

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijGeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Afrikaans
Is Afrikaans Nederlands? 

Nee.... niet echt maar het is een dochtertaal van het Nederlands. Het Afrikaans is ontstaan uit de taal van Zuid-Hollandse en Zeeuwse kolonisten die zich in de Kaapkolonie vestigden na de stichting van Kaapstad in 1652. Het valt onder een West-Germaanse taal die hoofdzakelijk in Zuid-Afrika en Namibië wordt gesproken.


Slide 2 - Tekstslide

Hoe goed begrijp jij Afrikaans?
Doe de Afrikaanse taalquiz!!!

Slide 3 - Tekstslide

Papwiel
A
Lepel
B
Krater
C
Lekker band
D
Dop van een fles

Slide 4 - Quizvraag

Seekoei
A
Nijlpaard
B
Walrus
C
Zeepaard
D
Zeehond

Slide 5 - Quizvraag

Vistenk
A
Zwembad
B
Vissenkom
C
Rivier
D
Aquarium

Slide 6 - Quizvraag

Gemorskos
A
Brood
B
Pap
C
Fastfood
D
Viezigheid

Slide 7 - Quizvraag

Oogplesiertjie
A
Lekkerding
B
Oogpleister
C
Bril
D
Oogontsteking

Slide 8 - Quizvraag

Poephol
A
Anus
B
riool
C
Toilet
D
Klootzak

Slide 9 - Quizvraag

Melkschommel
A
Ijskoffie
B
Smoothie
C
Softijs
D
Milkshake

Slide 10 - Quizvraag

Muntmasjien
A
Automaat
B
Kassa
C
Gokkast
D
Spaarpot

Slide 11 - Quizvraag

Vuurhoutjie
A
Fakkel
B
Cigarette
C
Lucifer
D
Wierook

Slide 12 - Quizvraag

Slimfoon
A
Simkaart
B
Computer
C
Telefoon
D
Rekenmachine

Slide 13 - Quizvraag

Flaterwater
A
Gum
B
Type - ex
C
Alcohol
D
Cola zonder prik

Slide 14 - Quizvraag

Muurbal
A
Squash
B
Tennis
C
Zevensprong
D
Ping Pong

Slide 15 - Quizvraag

Flerrie
A
Mac Flurry
B
Flirterig
C
Deftig
D
Vies

Slide 16 - Quizvraag

Spookasem
A
Kokend water
B
Suikerspin
C
Mist
D
Engelenhaar

Slide 17 - Quizvraag

Toebroodjie
A
Broodje Ham
B
Broodje hagelslag
C
Broodje Kaas
D
Broodje honing

Slide 18 - Quizvraag

Swaai
A
Zwaaien
B
Schommel
C
Wipwap
D
Draai om je oren

Slide 19 - Quizvraag

Draai
A
Bocht
B
Omkeren
C
Rotonde
D
Lift

Slide 20 - Quizvraag

Stort
A
Vuilnisbelt
B
Bad
C
Sauna
D
Douche

Slide 21 - Quizvraag

Deurklokkie
A
Wekker
B
Klokken
C
Horloge
D
Bel

Slide 22 - Quizvraag

Plooie
A
Knippen
B
Vouwen
C
Strijken
D
Rimpels

Slide 23 - Quizvraag

Suurknol
A
Zuurpruim
B
Zuurkool
C
Zuurtje
D
Zuurstok

Slide 24 - Quizvraag

Sneusdoekie
A
Zakdoek
B
Tafelkleed
C
Keukenpapier
D
Vloerkleed

Slide 25 - Quizvraag

Misgis
A
Vergissen
B
Pech
C
Verassing
D
Blooper

Slide 26 - Quizvraag

Voor niks nie bang nie boot
A
Oorlogsschip
B
Cruise schip
C
Kano
D
Speedboot

Slide 27 - Quizvraag

Grond boontjie boter
A
Noten
B
Pindakaas
C
Kokosolie
D
Aardappel puree

Slide 28 - Quizvraag

Inkopies
A
Inkopen
B
Kopieën
C
Indrukken
D
Bloemen

Slide 29 - Quizvraag

Bekfluitjie
A
Dwarsfluit
B
Lolly
C
Mondharmonica
D
Kus

Slide 30 - Quizvraag

Einde Quiz

Slide 31 - Tekstslide