5.3 volledige verbranding

5.3 volledige verbranding
Veel stoffen kunnen branden. 
Welke stoffen kunnen branden?
En welke verbrandingsproducten ontstaan?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

5.3 volledige verbranding
Veel stoffen kunnen branden. 
Welke stoffen kunnen branden?
En welke verbrandingsproducten ontstaan?

Slide 1 - Tekstslide

Welke stoffen ontstaan bij verbranding
brandstof + zuurstof ---> verbrandingsproducten.

Een brandstof reageert altijd met zuurstof. 
Er ontstaan dus ook altijd oxiden van de atomen uit de brandstof. 

Slide 2 - Tekstslide

Metalen verbranden.
Metalen kunnen ook reageren met zuurstof. Je noemt het dan geen verbranden maar oxideren.

Er ontstaan dan ook metaaloxiden.  
bijvoorbeeld ijzeroxide (roest)

Slide 3 - Tekstslide

Koolwaterstoffen
Koolwaterstoffen zijn verbindingen van koolstof en waterstofatomen. 

De brandstoffen diesel, benzine en aardgas zijn koolwaterstoffen en bestaan dus uit koolstof en waterstofatomen. 

Slide 4 - Tekstslide

Verbrandingsproducten aantonen.
Water kun je aantonen met wit kopersulfaat. Dit wordt blauw.

Koolstofdioxide kun je aantonen met helder kalkwater. Dit wordt troebel.


Slide 5 - Tekstslide

Reactievergelijking opstellen 
Schrijf de reactievergelijking op voor de volledige verbranding van ethaan. (C2H6)

Stappen:
1. Voor de pijl altijd de brandstof + zuurstof.
2. Welke verbrandingsproducten ontstaan?
3. Schrijf de reactievergelijking op.
4. Maak de reactievergelijking kloppend.

Slide 6 - Tekstslide

Reactievergelijking opstellen 
                                                   Schrijf de reactievergelijking op voor de
                                                       volledige verbranding van ethaan. (C2H6)

C2H6 + zuurstof ---> koolstofdioxide en water.
C2H6 + O2 ---> CO2 + H2O
2 C2H6 + 7 O2 ---> 4 CO2 + 6 H2O

Slide 7 - Tekstslide

Geef de reactievergelijking van de volledige verbranding van koolstofdisulfide (CS2).
Hint
Werkwijze
Koolstofdisulfide (CS2) wordt verbrand en reageert met zuurstof (O2). Deze formules zet je dus voor de pijl. Koolstofdisulfide bevat C‑atomen en S‑atomen waaruit, bij een volledige verbranding, koolstofdioxide (CO2) en zwaveldioxide (SO2) ontstaan. Deze twee formules zet je na de pijl.
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Geef de reactievergelijking van de volledige verbranding van butaan (C4H10).
Hint
Butaan (C4H10) wordt verbrand en reageert met zuurstof (O2). Deze formules zet je dus voor de pijl. Butaan bevat C‑atomen en H‑atomen waaruit, bij een volledige verbranding, koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) ontstaan. Deze twee formules zet je na de pijl.
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Geef de reactievergelijking van de onvolledige verbranding van kaarsvet (C18H36O2), waarbij onder andere roet ontstaat.
Hint
Kaarsvet (C18H36O2) wordt verbrand en reageert met zuurstof (O2). Deze formules zet je dus voor de pijl. Kaarsvet bevat C‑, H‑ en O‑atomen waaruit, bij een onvolledige verbranding, roet (C) en water (H2O) ontstaan. Deze formules zet je na de pijl.
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide