Druk

H 6.4 Druk
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H 6.4 Druk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Herhalen 6.3
- Uitleg filmpje op de classroom
- HW: 6.4 
- Exit ticket

Slide 2 - Tekstslide

- 15 min Herhalen 6.1 
- Uitleg filmpje op de classroom
- HW: 6.3
10 min Kahoot 
Katrollen en Takels
Losse katrol hangt aan 2 touwen, kracht wordt dus 2x zo klein en er moet 2x zoveel touw worden binnengehaald
Losse katrol hangt aan 3 touwen, kracht wordt dus 3x zo klein en er moet 3x zoveel touw worden binnengehaald
Losse katrol hangt aan 4 touwen, kracht wordt dus 4x zo klein en er moet 4x zoveel touw worden binnengehaald

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de werking van een vaste katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het kleine katrolletje een vaste of losse katrol?
A
Vaste
B
Losse

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een takel met 2 vaste en 1 losse katrol. De last die je moet ophijsen is 100 Newton.
Hoeveel spierkracht moet je leveren om de last binnen te halen?
A
200 Newton
B
100 Newton
C
50 Newton
D
33 Newton

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet maar de helft van een takel met 6 katrollen er lopen 12 kabels omhoog.
Stel de lastkracht is 1200kN.
Wat is de werkkracht?
A
100 kN
B
200 kN
C
300kN
D
600kN

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6.4 Druk
Doelen
  • Je kunt uitleggen hoe de druk op een ondergrond verandert bij een verandering van de grootte van het oppervlak en de grootte van de kracht.
  • Je kunt de druk van een voorwerp op een ondergrond berekenen.
  • Je kunt de eenheden van druk in elkaar omrekenen.
  • Je kunt situaties noemen waarbij een kleine of een grote druk van belang is. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk uitrekenen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor je de les verlaat
Eric is 66 kg. De zolen van zijn schoenen hebben elk een oppervlak van 300 cm2.
 Hoe groot is de druk die Eric op de grond uitoefent als hij met beide schoenen op de grond staat?

Schrijf de formule en de berekening op en lever dit in.

Slide 11 - Tekstslide

10 min voor het einde