4.4 Nederland bezet

par. 4.4 Nederland bezet
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

par. 4.4 Nederland bezet

Slide 1 - Tekstslide

Het Nederlandse leger was slecht bewapend
in vergelijking met het Duitse leger.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers NL binnen

Slide 2 - Tekstslide




Op vrijdagmorgen, om 3.55, valt het Duitse leger het slecht bewapende Nederland aan. Op sommige plekken, zoals bij de Afsluitdijk en de Grebbelinie, wordt nog behoorlijk tegenstand geboden, maar tegen de Duitse Blitzkrieg is niets opgewassen.

Slide 3 - Tekstslide

WOII in NL

  • Duitse soldaten bezetten binnen een week heel Nederland.
  • Regering afgezet, koningin vlucht naar buitenland. (London)
  • Nederlandse leger vecht terug. (14 mei 1940)

Slide 4 - Tekstslide

Nederlandse capitulatie
  • 14 mei 1940: Rotterdam plat gebombardeerd. 
  • Nederlandse leger houdt geen stand meer.
  • Reden tot overgave!

Slide 5 - Tekstslide




Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven.
In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 militairen en 2500 burgers om het leven.

Slide 6 - Tekstslide

De bezetting (14 mei 1940 tot 5 mei 1945)
  • Hitler zet Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart in Nederland als Rijkscommissaris hij gaat NL besturen namens regering van Hitler.
  • Nederlandse NSB werkte veel samen met hem.
  • Gelijkschakeling van de samenleving

Slide 7 - Tekstslide

Gelijkschakeling = 



Elke burger, organisatie en vereniging moet zich houden aan de ideeën van de Nazi's en trouw zijn aan het Leidersbeginsel. Iedereen die dit niet doet, 
wordt ontslagen en of opgepakt.
Journalisten mochten alleen schrijven wat de Nazi's opdroegen (censuur).


Slide 8 - Tekstslide

dagelijks leven
De eerste veranderingen
Het dagelijks leven gaat aan het begin van de Duitse bezetting gewoon door.
Mannen en vrouwen gaan naar hun werk, de winkels blijven open en de kinderen gaan naar school.
Er zijn ook veranderingen. De mensen moeten 's avonds hun ramen verduisteren. Er mag geen licht naar buiten schijnen. De Engelse piloten mogen namelijk niet zien waar de steden liggen. Anders gooien ze bommen op spoorwegen en fabrieken. En dat willen de Duiters niet. 

Slide 9 - Tekstslide

Nog meer veranderingen
Er staan enorme rijen voor de winkels. Er zijn steeds minder levensmiddelen te krijgen. Daarom heeft iedereen voedselbonnen. 
Met een voedselbon kun je bijvoorbeeld melk, vlees of brood kopen. Iedereen wil natuurlijk op tijd in de winkel zijn, anders is alles op. Daarom staan er zulke lange rijen. 

Slide 10 - Tekstslide

Surrogaat
Echte thee en koffie zijn niet meer te koop. Mensen gebruiken bladeren van braamstruiken om thee na te maken. 
Nagemaakte spullen noem je 'surrogaat'. 

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsbewijs
Als je 14 jaar of ouder bent moet je een persoonsbewijs bij je hebben. Zo kun je laten zien wie je bent. Zonder persoonsbewijs wordt je opgepakt en in de gevangenis gezet

Slide 12 - Tekstslide

Samenwerken of verzet?
Houdingen die Nederlanders aan konden nemen tijdens de bezetting:
1. Verzet= Duitsers tegenwerken
2. Collaboratie= samenwerken met Duitsers
3. Aanpassing = mensen doen wat hen opgedragen word

Slide 13 - Tekstslide

Het Verzet
  • Nederlandse verzet
  • Pleegden aanslagen tegen Duitsland
  • Overvielen bevolkingsregistratie kantoor
  • Stalen voedselbonnen
  • Drukte illegale kranten
  • Hielpen joden onderduiken
  • Kortom: deden alles wat Nazi’s verboden hadden

Slide 14 - Tekstslide




Alle post- en sierduiven moeten worden gedood. 
Duiven vliegen vrij rond en kunnen 
boodschappen brengen naar de geallieerden.

Duivenpootjes mét ring moeten 
als bewijs worden ingeleverd.

Slide 15 - Tekstslide








Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 16 - Tekstslide

Collaboratie
  • werkte mee met de vijand (Duitsland)
  • vaak lid van NSB
  • na de oorlog gezien als landverraders


Slide 17 - Tekstslide

Opkomst NSB
  • 1940: NSB alleen toegestaan in NL als politieke partij.
  • Nationaal-socialistisch ingesteld.
  • Partij bestuurd door Anton Mussert
  • NSB = Nationaal Socialistische Beweging.

Bekijk  het volgende filmpje. Welke daden van
verzet en collaboratie worden genoemd?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Na de mislukte slag om Arnhem ontstond de hongerwinter (44-45)


De Hongerwinter had een aantal oorzaken. Zo was er geen aanvoer van kolen meer mogelijk uit Limburg, omdat dit deel van Nederland al was bevrijd. Daarnaast zorgde de Spoorwegstaking ervoor dat er niets meer werd vervoerd én namen de Duitsers wraak door hoofdroutes naar West-Nederland te blokkeren



Slide 20 - Tekstslide






Het systeem van de distributiebonnen, dat al in 1939 was ingevoerd,
werkt in de laatste fase van de oorlog niet meer: er wás gewoon niets meer



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

AAN het werk
  • Leer en maak t/m par 4.4
  • Maak een samenvatting en/of de test jezelf 
  • Bekijk de video op schooltv. Oorlog in het dagelijks leven of de lessen op lesson up
  • Maak par 5, par 6 en de afsluiting
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Waar of niet waar: toen het Duitse leger koningin Wilhelmina gevangen nam gaf Nederland zich over
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Bekijk bijgaande bron
Advertentie krant: 
-Aan wie is deze ad. gericht?
-Wie is Den Donder?
-Van wie is deze bron
afkomstig?



Slide 27 - Tekstslide

-Aan wie is deze ad. gericht?
-Wie is Den Donder?
-Van wie is deze bron
afkomstig?

Slide 28 - Open vraag


Gelijkschakeling
vanaf mei 1940



Elke burger, organisatie en vereniging moest zich houden aan de ideeën van de Nazi's en trouw zijn aan het Leidersbeginsel. Iedereen die dit niet deed, 
werd ontslagen en of opgepakt.
Journalisten mochten alleen schrijven wat de Nazi's opdroegen (censuur)


Bedenk een passende titel voor deze spotprent

Slide 29 - Tekstslide

Bedenk een passende titel voor de spotprent

Slide 30 - Open vraag

Deze producten zijn 'op de bon'. Welke 3 producten zouden mensen tijdens de bezetting het meest missen? leg je antwoord uit

Slide 31 - Open vraag

Waar of niet waar:
met de capitulatie begon de bezetting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Stel je voor: de VS nemen Nederland in, maar laten het bestuur in stand. Enige verschil: wij heten nu 'Biden's country'
--> is er sprake van bezetting?
A
Ja
B
Nee, want geen militaire macht
C
Nee, want geen politieke macht
D
Nee, want Trump is geen staatshoofd

Slide 33 - Quizvraag

Alle docenten die 1942 lesgaven op reguliere scholen waren niet-Jood
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding?
A
Gelijkschakeling
B
Censuur
C
distributiesysteem
D
Capitulatie

Slide 35 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding?
A
Capitulatie
B
Rechtstaat
C
Censuur
D
Mobiliseren

Slide 36 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding
A
ariërverklaring
B
Mobiliseren
C
NSB
D
Antisemitisme

Slide 37 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding?
A
Capitulatie
B
Mobiliseren
C
Februaristaking
D
NSB

Slide 38 - Quizvraag

Bij welke begrip past
deze afbeelding?
A
Februaristaking
B
Rechtsstaat
C
Razzia
D
Mobiliseren

Slide 39 - Quizvraag

Mensen van het verzet hielden zich bezig met onder andere..
A
Joden opsporen
B
Nazi's liquideren
C
Voedselbonnen uitdelen
D
Joden helpen onderduiken

Slide 40 - Quizvraag

Geef van de 5 voorbeelden aan of hier sprake is van 'verzet' of 'collaboratie':

1. Persoonsbewijzen vervalsen.
2. Joodse kinderen helpen.
3. Onderduikers verraden.
4. Illegale kranten verspreiden.
5. Nazi- propaganda verspreiden.
A
1. verzet, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. verzet, 5. collaboratie
B
1. collaboratie, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. verzet, 5. collaboratie
C
1. verzet, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. collaboratie , 5. collaboratie
D
1. collaboratie, 2. collaboratie, 3. verzet, 4. collaboratie, 5. verzet

Slide 41 - Quizvraag

Gedwongen werken in een Duitse bommenfabriek
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 42 - Quizvraag

Het tekenen van de Ariërverklaring (= in je persoonsbewijs kwam te staan of je wel/niet ariër was). Een arier is volgens de rassenleer het superieure ras.
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 43 - Quizvraag

Het helpen van een onderduiker
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 44 - Quizvraag

Het bouwen van bunkers voor de Duitsers
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie
D
Collaboratie uit eigen belang

Slide 45 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de bron?
A
Censuur
B
collaboratie
C
terreur
D
verzet

Slide 46 - Quizvraag

Welke begrip past bij de bron?
A
censuur
B
collaboratie
C
indoctrinatie
D
verzet

Slide 47 - Quizvraag

Laatste vraag......Brood kopen bij een bakker die NSB'er is
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 48 - Quizvraag

Goed gewerkt mensen....take care. Mocht je vragen hebben stel ze via Microsoft team.

Slide 49 - Tekstslide