Nieuwsbericht schrijven

Schrijven - Nieuwsbericht
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven - Nieuwsbericht

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je...

... hoe je een tekst verdeeld in alinea's die een logische volgorde hebben.

...  wat de 5 W+H-vragen zijn.

... hoe je een informatief nieuwsbericht schrijft.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

WAT VOOR NIEUWS STAAT ER IN EEN KRANT? 
  • Lokaal/regionaal nieuws; TEKSTDOEL= informerend
  • Binnenlands en buitenlands nieuws = informerend
  • Sportnieuws = informerend of amuserend
  • Cultureel nieuws = amuserend of overtuigend
  • Politiek/economisch nieuws = informerend
  • Cartoons/familieberichten/ingezonden stukken/column etc. = amuserend/informerend/overtuigend

Slide 4 - Tekstslide

DE 5 W+H-VRAGEN
  • In een nieuwsbericht geef je informatie over een gebeurte-nis en je vertelt de lezer in 't kort alles wat hij moet weten.
  • Dat doe je door in het artikel antwoord te geven op de 5W+H-vragen: WIE, WAT, WAAR, WANNEER, WAAROM en HOE?!
  • Zo ontstaat er een volledig informerend artikel met een logische volgorde, waarin de antwoorden op deze vragen zijn verdeeld in alinea's met een inleiding, middenstuk en slot.

Slide 5 - Tekstslide

 HOE SCHRIJF JE EEN ALINEA?
  • Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.
  • De belangrijkste informatie staat in de eerste zin: KERNZIN.
  • Bijvoorbeeld in de Limburger stond onder de krantenkop bij regionaal nieuws 'Vluchtelingen in vrachtwagen op A2 bij Beek' als kernzin: "De politie heeft gisterochtend vier verstekelingen aangehouden."

Slide 6 - Tekstslide

DEELONDERWERPEN
  • Daarna schrijf je de informatie die je verder nog aan de lezer wilt laten weten over wat er is gebeurd of met wie of waar.
  • Bijv.: "Ze zaten in een vrachtwagen die omstreeks negen uur staande werd gehouden op de A2 ter hoogte van Beek."
  • Je begint een nieuwe alinea op een nieuwe regel als je over een ander deelonderwerp gaat schrijven, bijvoorbeeld als je uitgebreider wilt antwoorden op de vragen 'waarom' en 'hoe'.

Slide 7 - Tekstslide

ZELF EEN KORT NIEUWSBERICHT SCHRIJVEN

Slide 8 - Tekstslide

ONDERWERP/TIJD/HOE
Je kiest 1 onderwerp uit de volgende 3 thema's:
  • sportwedstrijd
  • ongeluk
  • herfst
Iedere leerling schrijft zijn artikel individueel: 10 minuten
Er is dus geen overleg, ook niet op fluistertoon...
Let op je spelling en nieuwe regels bij elke alinea! Tussenkopje?!

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

TEKSTINDELING
  1. KOP (onderwerp: pakkende titel).
  2. Alinea 1=inleiding met deelonderwerp (bv. antwoorden op de vragen wat/wie/waar) met kernzin.
  3. Alinea 2=middenstuk met deelonderwerp (bv. antwoorden op de vragen wanneer/waarom) met kernzin.
  4. Alinea 3=slot, waarin je het artikel mooi afrond door bv. antwoord te geven op de vraag hoe het afloopt, met kernzin.

Slide 10 - Tekstslide

Lees je artikel voor!
Klaar voor druk?
  • Pakkende titel?
  • 3 alinea's met kernzinnen en deelonderwerpen?
  • Antwoorden op alle 5 W- en H-vragen?
  • Geen hoofdletters en punten vergeten? 
  • Tussenkopje?

Slide 11 - Tekstslide