Pincode 8.2 + 8.3

Paragraaf 
8.2 + 8.3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 
8.2 + 8.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?

  • Uitleg 8.2 + 8.3
  • Maken opdrachten van 8.2 + 8.3
  • Bespreken van een paar opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken onderontwikkeling

  • Gebrek aan goed onderwijs
  • Slechte infrastructuur
  • Protectiemaatregelen
  • Grote schulden
  • Conflicten/corruptie

Slide 3 - Tekstslide

De wereldbank

De Wereldbank
Ontwikkelingslanden kunnen geld lenen bij de Wereldbank (onderdeel van de Verenigde Naties)


Vicieuze cirkel
Een cirkel waar ontwikkelingslanden zonder hulp niet uit kunnen komen.

Slide 4 - Tekstslide

Vicieuze cirkel
Veel ontwikkelingslanden hebben een monocultuur: 
  • Ze zijn voor hun exportinkomsten vaak sterk afhankelijk van slechts een of enkele (landbouw) producten.
  • De grondstoffen uit de landbouw zoals katoen, rijst, cacao en koffie leveren bij de export ook nog eens veel minder geld op dan industriële producten. 
  • Koffie die klaar is voor consumptie, is bijvoorbeeld veel meer waard dan onbewerkte koffie. 


Slide 5 - Tekstslide

Microkrediet

Een microkrediet is een kleine lening die verstrekt wordt aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden die niet kunnen lenen bij traditionele banken. 


Slide 6 - Tekstslide

Hulp aan ontwikkelingslanden


  • Microkrediet 
  • bevorderen vrijhandel door WTO (Wereldhandelsorganisatie)
  • grondstofovereenkomsten (--> houdt prijzen stabiel)
  • ontwikkelingssamenwerking (soorten hulp)

Slide 7 - Tekstslide

Soorten hulp
Structurele hulp - Oorzaken van armoede aan te pakken, zodat de arme landen economisch zelfstandig worden (hulp over langere tijd)
Bilaterale hulp - Als het ene land rechtstreeks hulp biedt aan een ander land.
Noodhulp - Bij een natuurramp, extreme voedseltekorten of oorlog geven rijke landen dit vaak (hulp over kortere tijd)

Gebonden hulp - Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden. 
Ongebonden hulp - Het ontvangende land is vrij om te bepalen waaraan ze het geld besteden.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is géén oorzaak van onderontwikkeling?
A
politieke stabiliteit
B
slechte infrastructuur
C
protectiemaatregelen
D
grote schulden

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent WTO?
A
Eerlijke handel
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Wereldbank

Slide 10 - Quizvraag

Deze hulp wordt geboden na een tsunami
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp

Slide 11 - Quizvraag

Het bouwen van een school is een voorbeeld van
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Incidentele hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 12 - Quizvraag

Hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden
A
Gebonden hulp
B
Structurele hulp
C
Noodhulp
D
Bilaterale hulp

Slide 13 - Quizvraag

Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.

Slide 14 - Quizvraag

Maken

Ga aan de slag met deze opdrachten
8.2: opdracht 13, 14, 16 & 19
8.3: opdracht 24, 26 & 28

Slide 15 - Tekstslide