6.1 6.2 herhaling + 6.3

Leerdoelen
Ik kan kenmerken en de gevolgen van armoede noemen
Ik kan oorzaken en gevolgen in een vicieuze cirkel plaatsen
Ik kan uitleggen welke factoren van invloed zijn op armoede in ontwikkelingslanden
Ik kan aangeven wanneer de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking worden toegepast
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Ik kan kenmerken en de gevolgen van armoede noemen
Ik kan oorzaken en gevolgen in een vicieuze cirkel plaatsen
Ik kan uitleggen welke factoren van invloed zijn op armoede in ontwikkelingslanden
Ik kan aangeven wanneer de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking worden toegepast

Slide 1 - Tekstslide

Inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 2 - Tekstslide

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking voor NL

Slide 3 - Open vraag

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking voor Liberia

Slide 4 - Open vraag

Hoe welvarend een land is bepaal je door:
  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • (On)gelijke inkomensverdeling
  • Koopkracht
  • Omvang informele productie (zelfvoorziening)
  • Aanwezigheid en kwaliteit collectieve voorzieningen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je welvaart tussen twee landen vergelijken
A
Door de hoogste inkomens per land te vergelijken
B
Door de laagste inkomens per land te vergelijken
C
Door het inkomen per hoofd te vergelijken
D
Door het nationaal inkomen te vergelijken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen manier om welvaart te vergelijken?
A
De koopkracht vergelijken
B
De kwaliteit/aanwezigheid van collectieve voorzieningen
C
De omvang van de informele productie, zoals zelfvoorziening
D
De export naar andere landen

Slide 7 - Quizvraag

Kenmerken ontwikkelingslanden:

  1. Hoge werkloosheid
  2. Ondervoeding
  3. Snelle bevolkingsgroei
  4. Analfabetisme
  5. Beperkte technische ontwikkeling
  6. Eenzijdige economische structuur (inkomsten komen uit 1 industrie - landbouw vaak!)

Slide 8 - Tekstslide

Hieronder staan enkele tussenstappen:
1 Lage productie
2 Weinig bestedingen
3 Weinig werk
Wat is een logische vicieuze cirkel?
A
laag inkomen>lage productie>weinig werk>weinig bestedingen
B
laag inkomen>weinig bestedingen>lage productie>weinig werk
C
laag inkomen>weinig werk>lage productie>weinig bestedingen
D
laag inkomen>lage productie>weinig bestedingen>weinig werk

Slide 9 - Quizvraag

Oorzaken onderontwikkeling
  • Slechte infrastructuur
  • Protectiemaatregelen
  • Schulden
  • Conflicten

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de oorzaken van onderontwikkeling?
A
Slechte scholing, kinderarbeid, goede gezondheidszorg, snelle bevolkingsgroei.
B
Slechte export van goederen, goede scholing, slechte gezondheidszorg.
C
slechte scholing, slechte infrastructuur, grote schulden, regering die Corrupt zijn.
D
Werkloosheid, armoede, slechte gezondheidszorg, hoge welvaart

Slide 11 - Quizvraag

Wat is géén oorzaak van onderontwikkeling?
A
politieke stabiliteit
B
slechte infrastructuur
C
protectiemaatregelen
D
grote schulden

Slide 12 - Quizvraag

Monocultuur & Ruilvoet
  • Monocultuur: Sterk afhankelijk zijn van de opbrengsten van één of enkele producten.

  • Ruilvoet: De verhouding tussen de prijs van de exportproducten en de prijs van de importproducten

Slide 13 - Tekstslide

De wereldbank
Vicieuze cirkel
Een cirkel waar ontwikkelingslanden bijna niet meer uit kunnen komen

1. Armoede
2. Geen geld om te investeren
3. Eenvoudige productiemethodes
4. Lage productie
5. Lage opbrengst
6. Armoede 
en zo gaat de cirkel door

Slide 14 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden blijven in een vicieuze cirkel van armoede zitten door een slecht wegennet.
Lees de vier onderstaande stappen.
1 Het kost boeren veel tijd kwijt om hun producten te vervoeren.
2 Boeren houden weinig tijd over voor het werk op het land.
3 Er is geen geld om betere wegen aan te leggen.
4 Boeren produceren weinig en verkopen dus ook weinig.

A
Armoede - 1 - 2 - 3 - 4
B
Armoede - 1 - 3 - 4 - 2
C
Armoede - 3 - 4 - 1 - 2
D
Armoede - 3 - 1 - 2 - 4

Slide 15 - Quizvraag

1. Armoede
2. niet kunnen lezen of schrijven
3. niet naar school
4. kinderarbeid
5. ongeschoold werk

Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...

Slide 16 - Quizvraag

7. Vul de vicieuze cirkel in.

1. Weinig inkomen
2. gezondheidsproblemen
3. armoede
4. ondervoeding
5. te zwak om te werken
A
3 - 4 - 2 - 5 - 1
B
1 - 2 - 3 - 4 - 5
C
4 - 3 - 2 - 5 - 1
D
2 - 5 - 4 - 1 - 3

Slide 17 - Quizvraag

Hulp aan ontwikkelingslanden
  • microkrediet 
  • bevorderen vrijhandel door WTO
  • grondstofovereenkomsten
  • ontwikkelingssamenwerking 

Slide 18 - Tekstslide

Microkrediet
Microkredieten zijn kleine leningen die  worden toegekend aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden die niet kunnen lenen bij traditionele banken. Ze worden vaak verstrekt door de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.

Slide 19 - Tekstslide

World Trade Organization
Het WTO probeert de vrijhandel op de wereld te bevorderen. 
Door protectiemaatregelen van rijke landen kunnen ontwikkelingslanden moeilijk exporten.

Afschaffen van protectiemaatregelen, zou gunstig kunnen zijn voor de export van ontwikkelingslanden

Slide 20 - Tekstslide

Grondstofovereenkomsten
Veel ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van landbouwproducten of grondstoffen. Door het afsluiten van grondstofovereenkomsten en het aanleggen van buffervoorraden kunnen ontwikkelingslanden stabielere inkomsten krijgen

Slide 21 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking
  • Noodhulp:het sturen van medicijnen, voedsel, tenten bij rampen ( korte termijn)
  • Structurele hulp: gericht op oorzaken van armoede aan te pakken. doel: economisch zelfstandig worden (langer termijn)
  • Gebonden hulp: het land dat hulp ontvangt is verplicht om goederen en diensten af te nemen in het land dat de hulp biedt.
  • Ongebonden hulp: geen voorwaarden

Slide 22 - Tekstslide

Door een tsunami leven 200.000 mensen in Bangladesh zonder dak boven hun hoofd. De EU bouwt tenten.
Wat voor een soort ontwikkelingshulp is dit?
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp
D
Dit is geen ontwikkelingshulp

Slide 23 - Quizvraag

Om de gevolgen van een tsunami te voorkomen bouwt Nederland op haar kosten dijkbewaking voor Bangladesh.
Wat voor een soort ontwikkelingshulp is dit?
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp
D
Dit is geen ontwikkelingshulp

Slide 24 - Quizvraag