Woordenschat blok 7

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Taal: blok 7: Les 5 herhaling
-Kennen wij de themawoorden/gezegdes en uitdrukkingen en de betekenis hiervan.
-Kunnen wij een correcte zin maken met de themawoorden/gezegdes en uitdrukkingen van blok 5.


Aan het einde van de les:

Slide 2 - Tekstslide

timer
0:30
Welke woorden heb je onthouden?

Slide 3 - Woordweb

Quiz regels
30 sec overlegtijd bij elke vraag (fluistertoon)
Bij een goed antwoord                         +1 
Bij een fout antwoord                             0
Bij het verstoren van de les                 - 1

Winnaars                           20 pt 
Individuele vragen          2 pt

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de betekenis van het woord: Het profiel
A
D achterkant van je gezicht
B
Ribbeltjes en putjes in een auto of schoenzool
C
De voorkant van je gezicht
D
De zijkant van je gezicht

Slide 5 - Quizvraag

Mat
Zinloos
De wijsheid
Woordenloos
Zonder nut
Zonder woorden
Zonder glans
Veel weten

Slide 6 - Sleepvraag

Welke gezegde hoort bij de betekenis: 
In de war brengen?

Slide 7 - Tekstslide

Welke woord heeft de betekenis:
Vies van smaak

Slide 8 - Open vraag

Wat is de betekenis van het woord:
De loper
A
Een lang smal kleed
B
Een sleutel die op een heleboel sloten past
C
Iemand die loopt of rent
D
Een lang smal tafel

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord past bij de plaatjes?

Slide 10 - Tekstslide

Welk woord past het best bij het plaatje?

Slide 11 - Open vraag

    De toren van Pisa is de... die ik ga bekijken.
Wat moet er op de stippenlijn komen?

Slide 12 - Tekstslide

De betekenis van de lijden is: zeggen wat er moet gebeuren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

welk woord heeft de betekenis: Als je iets niet kunt gebruiken ?
A
Onmisbaar
B
Onbruikbaar
C
Ongetwijfeld
D
Onbetrouwbaar

Slide 14 - Quizvraag

Door welk ander woord kunnen de dikgedrukte woorden worden veranderd?
''Aan je manier van kijken kan ik zien dat je boos bent''

Slide 15 - Open vraag

Wat is de betekenis van het woord:
de patroon?
A
De reden waarom je iets doet
B
Steeds dezelfde figuren
C
Een huls met een kogel en kruit erin
D
Een bericht in een krant of tijdschrift

Slide 16 - Quizvraag

De gelegenheid
Het blik
Lijden
dun en plaatgemaakte metaal

De kans
Pijn of verdriet hebben

Slide 17 - Sleepvraag

De betekenis van het woord: Opvangen?
A
Iets toevallig horen
B
Omhoog komen, groter beginnen te worden
C
Iemand verdedigen
D
Klaar staan om te ontvangen

Slide 18 - Quizvraag

Je maakt 3 zinnen met elk één themawoord/gezegde erin. 

Mix & Match je loopt rond in de klas en zoekt een maatje, je leest allebei één zin op en geeft elkaar feedback. (2x)
timer
5:00
Duimpje omhoog of duimpje omlaag

Slide 19 - Tekstslide

Heb jij een correcte zin ?

Slide 20 - Tekstslide