Paragraaf 8.3 , je bloed vervoert

Hoofdstuk 8
Je lichaam werkt
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Je lichaam werkt

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Je bloed vervoert
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt

Slide 2 - Tekstslide

Les 1

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk


Lezen: Paragraaf 8.3
Maken: 1,3,4,7,9

Slide 4 - Tekstslide

Planning
* Huiswerk
* Leerdoelen 
* Theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt de verschillende onderdelen van het bloed benoemen. 
• Je kunt uitleggen welke soorten bloedvaten en mens heeft.
• Je kunt uitleggen hoe voedingsstoffen en afvalstoffen op de juiste plaats terecht komen.


Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 1

Je kunt de verschillende onderdelen van het bloed benoemen.
- Je kent de begrippen bloedplasma en rode bloedcel en kunt uitleggen welke taak ze hebben.
- Je kunt uitleggen welke stoffen door het bloedplasma en de rode bloedcel vervoert worden.

Slide 7 - Tekstslide

Bloed
* bloedplasma
* rode bloedcellen
* witte bloedcellen
* bloedplaatjes


Slide 8 - Tekstslide

Bloedplasma
 
voedingsstoffen ( glucose) afvalstoffen ( koolstofdioxide )

zitten hierin opgelost

Slide 9 - Tekstslide

Bloedcellen
Rode bloedcel:
Bevat hemoglobine = een rode kleurstof.
Hemoglobine bevat ijzer, hier bindt zuurstof aan, dit gebeurt in de longen. 

Witte bloedcel ?
Bloedplaatjes ?

Slide 10 - Tekstslide

Formule verbranding
verbranding = de afbraak van glucose in cellen

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 2
Je kunt uitleggen welke soorten bloedvaten en mens heeft.
- Je kunt uitleggen wat slagaders, haarvaten en aders zijn.
- Je kunt de verschillen in bouw tussen de verschillende bloedvaten beschrijven.
- Je kunt vertellen welke kant het bloed op stroomt in een slagader.
- Je kunt vertellen welke kant het bloed op stroomt in een ader.


Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Slagader
Slagader vervoert bloed van het hart AF

Meestal vernoemd naar het orgaan waar hij naar toe gaat ( nierslagader, longslagader)

Gespierde wand en kloppen met het hart mee, dit is voelbaar

AORTA

Slide 14 - Tekstslide

Haarvaten
Dunste bloedvaten in je lichaam

Wand is 1 cellaag dik

Lopen door de organen

Zuurstof en voedingsstoffen uit het bloed
Afvalstoffen in het bloed














Slide 15 - Tekstslide

Ader
Aders vervoeren bloed naar het hart  TOE
 
Alle aders komen samen in de onderste of bovenste holle ader

Meestal vernoemd naar de organen waar ze vandaan komen (nierader, longader)

Wanden zijn slap en dun en ze hebben kleppen

Slide 16 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel, organen zijn hart en bloedvaten.
3 verschillende bloedvaten

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
VRAGEN STELLEN

Om 12.40 is iedereen weer terug in de  vergadering!!

Slide 18 - Tekstslide

Les 2

Slide 19 - Tekstslide

8.3 Je bloed vervoert
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt

Slide 20 - Tekstslide

Planning
* Huiswerk
* Leerdoelen 
* Theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk


Leren: Paragraaf 8.3


Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt de verschillende onderdelen van het bloed benoemen. 
• Je kunt uitleggen welke soorten bloedvaten en mens heeft.
• Je kunt uitleggen hoe voedingsstoffen en afvalstoffen op de juiste plaats terecht komen.


Slide 23 - Tekstslide

Leerdoel 3
Je kunt uitleggen hoe voedingsstoffen en afvalstoffen op de juiste plaats terecht komen.
- Je kunt benoemen welke stoffen alle cellen in het lichaam nodig hebben.
- Je kunt benoemen welke stoffen afvalstoffen zijn.
- Je kunt de juiste weg benoemen die deze stoffen afleggen voordat ze op de goede plaats terecht komen.

Slide 24 - Tekstslide

Formule verbranding
verbranding = de afbraak van glucose in cellen

Slide 25 - Tekstslide

STAPPEN
Hoe komen voedingsstoffen, zuurstof en afvalstoffen op de goede plaats?

Slide 26 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen
Alle cellen hebben glucose, zuurstof en andere stoffen nodig

Glucose zit in.......
Zuurstof zit in.....

Afvalstoffen moeten de cellen uit

Slide 27 - Tekstslide

STAP 1
Slagaders vervoeren het bloed naar de haarvaten van de organen. 


HIER ZIT DUS GLUCOSE EN ZUURSTOF IN!!

Slide 28 - Tekstslide

STAP 2
In de haarvaten:

Zuurstof gaat vanaf de rode bloedcellen in het bloedplasma.

BEIDE STOFFEN ZITTEN NU DUS IN HET BLOEDPLASMA

Slide 29 - Tekstslide

STAP 3
In de haarvaten:
bloedplasma (met glucose en zuurstof) lekt door de gaatjes in de wand heen
ZIT NU NIET MEER IN HET BLOEDVAT MAAR IN HET WEEFSEL VAN HET ORGAAN. 

LET OP:
Bloedplasma dat buiten het haarvat zit heet WEEFSELVLOEISTOF !

Slide 30 - Tekstslide

STAP 4
Cellen nemen glucose en zuurstof op voor de verbranding

Slide 31 - Tekstslide

verbranding

Slide 32 - Tekstslide

AFVALSTOFFEN
1.Koolstofdioxide en water gaan de cel uit
2.Komen in het weefselvloeistof 
3.Gaan door de openingen in de wand van de haarvaten 
4.Lossen op in het bloedplasma

Slide 33 - Tekstslide

Zelfstandig werken
VRAGEN STELLEN

Slide 34 - Tekstslide